Acolieten van Amby naar Parijs
In het artikel over Misdienaars in de jaren '50 hebben we kunnen lezen dat de groep misdienaars en acolieten in Amby heel actief was. Er was ook een goede samenspraak tussen de pastoor en kapelaan en de misdienaars en acolieten. En zelfs dat de groep misdienaars en acolieten een “vereniging” vormden met een bestuur. We konden ook lezen dat de misdienaars jaarlijks in de vakantie een uitstapje maakten. Ook de acolieten maakten dagtochten (b.v. naar Moresnet) of uitstapjes van 2 dagen (b.v. naar kasteel Well). Of wat verder van huis, in 1961 ging het uitstapje van de acolieten naar parijs.
1961: Bijzondere reis van Amby naar Parijs
Rond Pasen 1961 kwam het bestuur bij elkaar om plannen te maken voor de aanstaande vakanties. Op die vergadering werd het idee geopperd om met een aantal acolieten eens een grotere reis te maken en tijdens die reis iets bijzonders, iets goeds te doen. Een van de bestuursleden had een kennis wiens broer als Nederlandse pater in een voorstad van Parijs werkte. De omstandigheden waaronder die pater moest werken zouden heel moeilijk en zwaar zijn. Als wij die pater de helpende hand konden bieden dan zou dat geweldig zijn en daar zouden we dan een goed gevoel aan overhouden. Het plan werd opgepakt en uitgewerkt. De Nederlandse pater bleek pater Willy van Hooren te zijn die N.B. uit Maastricht kwam. Hij was pastoor van Ivry sur Seine, een voorstad van Parijs en hem werd gevraagd of onze groep iets voor hem kon betekenen. De groep wilde niet zozeer een “reisje” naar Parijs maken maar wilde ook de handen uit de mouwen steken. Het idee was geboren. Er werd geïnventariseerd welke werkzaamheden wij zouden kunnen verrichten, waar wij onderdak zouden kunnen vinden en er werd een begroting opgesteld. Er werd een plan gemaakt voor een 8-daagse reis.
Financien en acties
Voordat de reis kon plaatsvinden werden door de groep allerlei klussen uitgevoerd: de pastorie werd gewit, de vloer van de kerkbanken werd geolied en andere karweitjes. Ook werd er in Amby een huis-aan-huis-collecte gehouden waarvan de opbrengst bestemd werd voor de pater en zijn kerk en pastorie. Tevens werd door de deelnemers flink gespaard. Besloten werd dat door de deelnemers de helft van de reis- en verblijfkosten zou moeten worden opgebracht. De andere helft zou komen van de werkzaamheden die werden uitgevoerd en de acties. Uiteindelijk zou er een mooi bedrag over blijven waar wij de pater mee konden helpen.
Er werd een Volkswagenbusje gehuurd en op zaterdag 29 juli 1961 vertrok de groep – na uiteraard een H. Mis- met kapelaan Menge, onze geestelijk leider en grote stimulator van deze reis aan het stuur voor deze reis naar Parijs. De groep bestond uit Wiel Claessen, Jo Snackers, Pierre Claessen, Ger Hermans, Bert Nijssen, Piet Dolmans, Fons Claessen en Theo Groteclaes.
De ontvangst
Na aankomst in de pastorie aan de Avenue de Verdun in Ivry sur Seine werden we hartelijk verwelkomd met een glas wijn – voor velen van ons het eerste glas ooit. De avond werd gebruikt om kennis te maken met pater van Hooren, die uitgebreid vertelde over de problemen waar Nederlandse priesters in Frankrijk mee worden geconfronteerd en de specifieke problemen van zijn parochie. Het brandde ons op de lippen om pater van Hooren te kunnen zeggen dat wij een aantal van zijn problemen konden oplossen, maar dat moest toch maar even een verrassing blijven. Dat wij zouden komen werken daar wilde de pater eigenlijk niets van weten: wij kwamen om vakantie te vieren. Dat waren echter valse voorwendsels om ons niet te vertellen dat hij geen geld had voor materialen om die werkzaamheden uit te voeren. Maar wij wisten wel beter; wij hadden het geld van de acties bij ons en daar konden we ons eten en de materialen van kopen.
Parijs verkennen
En toen was het zondag; een dag waarop niet gewerkt werd dus. We gingen samen met pater van Hooren de stad Parijs bezoeken. Maar eerst werden in de kerk 2 H. Missen opgedragen, een leesmis en een hoogmis. De leesmis werd opgedragen door een Indiase bisschop die toevallig op bezoek was en bij de hoogmis assisteerde onze kapelaan. Groot was de verbazing van de parochianen toen er bij beide missen twee misdienaars waren; dat hadden ze al jaren niet meer meegemaakt. Wat ons opviel deze zondagmorgen was het geringe aantal mensen die de H. Mis bijwoonden: tijdens de hoogmis waren welgeteld 85 kerkgangers in een parochie die de hele voorstad van Parijs (Ivry sur Seine) omvatte. Ook viel ons op de slechte onderhoudstoestand van de kerk; de buitenkant leek heel mooi, maar het houtwerk binnen en buiten had al vele jaren geen likje verf meer gehad. De kerk van binnen was grijs en grauw; de muren vertoonden scheuren. Maar meer dan goed poetsen, schoonmaken en hier en daar een lik verf zouden wij met onze beperkte middelen en tijd aan de kerk niet kunnen doen.
De rest van de zondag gingen we samen met pater van Hooren de stad Parijs verkennen. We reden met de VW bus naar de stad. Als hoogtepunten bekeken we de Eiffeltoren; eerst onder de toren en daarna van een afstand, vanaf Palais Chaillot.
Verder gingen we naar de Arc de Triomphe, waar we van bovenaf konden genieten van een geweldig uitzicht over de grote stad Parijs.
Onder de Arc de Triomphe gingen we naar het graf van de onbekende soldaat. Verder gingen we in rap tempo de Champs Élysées aflopen naar de Place de la Concorde met de Obelisk. Met de VW bus gingen we even “naar huis” om te eten en toen gingen we tegen de avond opnieuw naar de stad, ditmaal met de Métro. We bezochten de Sacré Coeur en daarna naar de Place Pigalle.Ook hebben we langs de Moulin Rouge en omgeving gewandeld. Rond middernacht gingen we weer met de Métro naar de pastorie om te slapen. En alle indrukken van die dag te verwerken.
Werken: voorbereiding en uitvoering
’s Maandags was er eerst een H. Mis om 8 uur die door Theo en Wiel werd gediend. De rest ging om half 10 naar de kerk en toen werd het eten door Ger en Bert klaargemaakt en vervolgens verorberd. De Indiase bisschop die zondags de H. Mis had opgedragen moest toen naar het vliegveld Orly gebracht worden en wij hebben hem vergezeld. We hebben onze ogen uitgekeken op dit zeer grote vliegveld; dat hadden we nog nooit gezien. Na terugkomst hebben we gegeten en daarna werd er even gerust. Maar toen werd een werkplanning gemaakt voor de rest van de week en werden alvast materialen gehaald.
’s Dinsdags werd echt begonnen met de werkzaamheden. De kerk werd goed gepoetst en de vloeren geboend. Het houtwerk kreeg ook een beurt. De zolder van de pastorie werd eerst helemaal opgeruimd om er later een slaapkamer van te maken. Alle rommel die er lag werd naar buiten op een stapel gegooid. Ook het houtwerk van de pastorie kreeg een schilderbeurt. De stapel rommel lag op een groot grasveld; er werd besloten om de rommel te verbranden en niet lang daarna stegen er flinke hoge vlammen op en dat vonden we allemaal heel geweldig en plezierig; heel veel lachsalvo’s klonken. Nadat de zolder was leeggeruimd kon daar begonnen worden met het isoleren en bekleden van de wanden en het dak. Wiel en Jo hielden zich daarmee bezig.
’s Woensdags werd weer hard gewerkt. Tussendoor liep de pater zenuwachtig heen en weer omdat hij zich afvroeg hoe dat allemaal betaald moest worden. Want menig metertje hout en menige pot verf werd gehaald en gebruikt. Die dag hadden we 4 feestelingen: Ger, Wiel en Jo waren 11 jaar misdienaar en Fons had naamfeest. ‘s Avonds werd dit gevierd met enkele flessen wijn en een uitstapje naar vliegveld Orly.
Donderdagmorgen werd besloten om het vandaag rustiger aan te doen: sommigen hadden “naweeën van het feest”. Wij brachten o.a. een bezoek aan paleis Versailles en het Île de la Cité.
Resultaat van het werk
Vrijdags werd weer flink gewerkt; het werk verliep voorspoedig. Goed was te zien dat enkele Limburgse knapen aan het werk waren geweest. ’s Avonds droeg de pater een avondmis op met 2 van onze groep als misdienaar en de rest zong de vaste gezangen, begeleid aan het orgel door Fons. Toen wij na de mis ook nog een Marialiedje zongen zagen wij dat de pater zó emotioneel werd dat hij zich nog vóór het einde van het lied naar de sacristie begaf. Wij begrepen dit niet direct, maar naderhand legde hij uit, dat hij zag hoe gemakkelijk wij dit allemaal klaar kregen, terwijl hij alles millimeter voor millimeter moest veroveren om daarna te moeten toezien hoe alles weer werd afgebroken. Het spreekt voor zich dat wij van deze openbaring diep onder de indruk waren. En wij besloten om van de hoogmis op zondag iets moois te maken.
Zaterdags werd alleen ’s morgens nog gewerkt en toen was het werk klaar. ’s Middags gingen enkele van ons nog naar de stad om souvenirs te kopen en nog wat te bekijken. Na het avondeten gingen we samen met de pater de resultaten bekijken. De vloeren van de kerk die weer glommen; de poorten van de kerk die weer mooi bruin waren met zwart geverfde scharnieren. De sacristie en andere ruimten rond de kerk die weer opgeknapt en fris waren. Daarna de pastorie waarvan het gehele houtwerk een nieuw fris kleurtje had gekregen, zowel binnen als buiten. En dan tenslotte het inzegenen van de zolderkamer, waarvan de wanden werden geïsoleerd met glaswol en afgetimmerd met hardboard. Het inzegenen gebeurde onder het genot van een glas wijn en onder het zingen van oer-Hollandse liedjes, begeleid door Jo met de gitaar.
De pater was zienderogen verrukt over het resultaat van het werk en wij niet minder bij het aanschouwen van zijn blij gezicht.
De financiële afwikkeling van het project
Eén ding was nog niet geregeld en dat waren de financiën. Terwijl we allemaal bij elkaar zaten op het gazon voor de pastorie haalde kapelaan Menge een envelop met geld tevoorschijn en somde eerst de lijst op van de aankopen die gedaan en al betaald waren. Resteerde nog een mooi bedrag dat werd overhandigd aan pater van Hooren. Die was zeer onder de indruk en bedankte ons en Amby voor alles wat wij voor hem en zijn parochie hadden gedaan.
Reactie van de parochianen
En toen werd het zondag, de dag van vertrek. Om 10 uur de hoogmis, opgedragen door pater van Hooren; samen met onze groep en de parochianen werd de H. Mis gezongen waarbij Fons aan het orgel begeleidde. De kerkgangers waren zeer verbaasd, maar wij waren nog meer verbaasd: aangenaam getroffen eigenlijk, want de kerk was helemaal bezet, terwijl de zondag ervoor slechts 85 kerkgangers geteld konden worden.Blijkbaar hadden toch wel veel parochianen de afgelopen week gezien dat er werkzaamheden in en rond de kerk hadden plaatsgevonden.
In zijn preek legde pater van Hooren uit wie wij waren en wat wij de afgelopen week hadden gedaan in de kerk en de pastorie. Hij bedankte ons heel uitgebreid in ons eigen dialect. Aan het einde van de preek liepen hem de tranen over de wangen en ook wij lieten onze tranen de vrije loop. Na de mis kwamen veel parochianen naar ons toe om ons te bedanken en de hand te drukken.
Na de Mis namen wij afscheid van Ivry sur Seine en pater van Hooren na een week die een heel grote indruk op ons heeft gemaakt en nog steeds in ons geheugen staat gegrift. Ook de pater bedankte ons nog eens en drukte ons de hand. En toen begonnen we aan de terugreis naar Amby. Maar voordat we daar arriveerden trakteerde kapelaan Menge ons in Luik op een etentje.
Rond half acht kwamen we onder luid getoeter in Amby aan; we gingen eerst pastoor Lanckohr goeiedag zeggen. Daarna zijn we luid toeterend nog door Amby gereden; de mensen wisten niet wat ze zagen. En toen was de reis voorbij. Tot op heden maakt die reis bij ieder van de deelnemers nog grote indruk. Om nooit te vergeten.
Bronnen, noten en/of referenties
|