Ambyse sagen van Pierre Kemp, deel 3: de Reinsteen

Uit Amiepedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In 1925 verscheen het “Limburgse Sagenboek” van schrijver Pierre Kemp, later heruitgegeven onder de titel Limburgse Sagen en legenden (uitg. Veldeke Maastricht – Vroom en Dreesmann).

Naast zijn arbeid bij de Société Céramique en bij de mijn “Laura en Vereeniging” te Eygelshoven was Kemp schilder, schrijver en dichter. Hij debuteerde met zijn eerste gedichten in 1910. Naast meerdere onderscheidingen is hij voor zijn poëzie geëerd met de P.C. Hooft-prijs.

De inwoners van Amby, zo vertelt het boek, zouden afstammen van een groep zigeuners, die zich omstreeks de tweede helft van de 16de eeuw als landbouwer hier gevestigd hebben. Archeologische vondsten doen echter ook anders vermoeden. Zie hiervoor het artikel Herkomst van de naam Amby op Amiepedia en de doorverwijzingen hierin naar deze archeologische vondsten.

Van de in dit boek voorkomende volksverhalen zijn een viertal Ambyse sagen, die zich afspelen in of rondom Amby. In dit derde verhaal vertelt Kemp over een geest, die elke nacht trachtte een grenssteen of Reinsteen te verleggen.


Akkergrenzen

Een grensboom met grenssteen of “reinsteen”

Nog niet zo gek lang geleden, misschien nu zelfs nog, bepaalde men de eigendomsgrens van de akkers aan de hand van een doorgangspad of zgn. grensboom. Waar dit ontbrak bakenden de boeren hun land af met een grenssteen, ook wel “reinsteen” genoemd. Een landbouwer kon niet zomaar enkele meters extra grond innemen, omdat de plaats van de reinsteen was vastgelegd.

De oorsprong van het woord “reinsteen” is onduidelijk; misschien wel bedoeld om de reine (min of meer zuivere) afgesproken grens van de landerijen aan te geven en daarmee met de buren “in het reine” te blijven. In elk geval betreft het hier om vaak zware, soms zelfs gemerkte stenen, die niet zo maar met blote handen konden worden opgetild en verplaatst.

Spook

Spook bij een bosje langs de landweg

Op de Bergerstraat werd vaak ’s nachts een gedaante gezien, die bezig was een de reinsteen die daar lag te verplaatsen. Elke ochtend lag deze grenssteen een paar meter verder dan de nacht daarvoor. Vanwege het zware gewicht van deze steen moest het toch wel een stevige persoon zijn die dat deed. Een boerenknecht, die ’s avonds laat nog groenten uit het veld ging halen, had er zijn overleden meester in herkend. Van deze was bekend dat hij bij leven nogal eens stiekem de grenssteen van zijn land verlegde, om zich aldus enkele extra meters akker toe te eigenen. Een meisje van dezelfde boerderij had het spook ook gezien; zij was enkele dagen later aan een geheimzinnige, plotselinge en onverklaarbare ziekte overleden…

Verlossing

Een zware reinsteen

Op zekere avond, na sluitingstijd van de cafés, kwam een dronken boer door het veld gelopen. Hij zag het spook weer bezig met de reinsteen en hoorde het klagen en steunen. “Waar leg ik hem? Waar leg ik hem toch?”, hoorde de boer. Toen hij dichterbij was kwam de geest op hem af en herhaalde zijn vraag: “Waar leg ik hem toch?” De genuttigde alcohol had de boer overmoedig gemaakt en met veel bravoure antwoordde de boer: “Nou, leg hem daar waar je hem gekregen hebt!”.

Nu legde het spook een hand op de schouder van de dronken boer en zei hem: “God zal je zegenen, want jij hebt me van dit probleem verlost”.

Een dag later

De volgende dag vertelde de boer aan iedereen die het horen wilde zijn nachtelijke verhaal. Hij vertelde met trots dat hij een spook van zijn probleem had verlost. Veel mensen in de omtrek gingen kijken en zagen dat de steen op de goede plek was gelegd. Wie dit verhaal wil natrekken, kan tegenwoordig bij het kadaster nog steeds opvragen wat aan de Bergerstraat de juiste grenzen zijn van de landerijen.

Zie ook