Breur Naus, Lid van Verdienste voetbalclub RKASV
Volgens een omschrijving ontleend aan Wikipedia zijn dorpsfiguren personen die binnen een dorp bekend zijn. Ze hebben hun bekendheid doorgaans te danken aan hun kleurrijke gedrag of verschijning, maar ook zeer vaak aan hun opvallende daden. Hun persoonlijkheid draagt dikwijls bij tot de plaatselijke “couleur locale”. In dit artikel geven we u een inkijk in het leven van een sympathieke Ambyse voetbalpersoonlijkheid, die op 3 juni 2022 door RKASV tot Lid van Verdienste benoemd werd. Mogen wij u voorstellen aan Breur Naus.
Philip
Breur werd op 31 augustus 1944 geboren in het Wittevrouwenveld, in een gezin met allemaal meisjes. Hij kreeg de voornaam Philip mee van zijn ouders. Uiteraard was er veel respect voor de gekozen naam, maar Philip zal zijn leven slijten onder de naam "Breur". Het waren de jaren van grote soberheid en dit was zeker ook het geval in de wijk Wittevrouwenveld. “Maar”, zegt Breur vastberaden, “mijn ouders waren duidelijk in de opvoeding, tegenwoordig zou men zeggen streng, maar deze opvoeding heeft me gevormd in mijn verdere leven. Ik ben al vroeg in de mijn gaan werken, zodat men niet kon zeggen dat ik een verwend kind zou zijn. Want vroeger zei men dat een jongen, opgegroeid binnen een gezin met alleen maar meisjes, een prinsje zou zijn”, zegt hij gekscherend. Over dit mijnverleden verderop meer in dit artikel. Zoals gezegd werd Breur geboren in het Wittevrouwenveld en tijdens zijn kinderjaren was hij voortdurend bezig met de bal: voetballen, alleen voetballen en nog eens voetballen. Vanuit school direct de straat op, snel wat eten en weer voetballen, totdat de duisternis inviel en hij naar binnen geroepen werd. In clubverband speelde hij vanaf 1952, zijn achtste levensjaar, bij WVV; dé club in het Vrouwenveld.
Werken
Eind jaren 1950 ging Breur al werken en wel bij de Staatsmijnen. Hij werkte acht jaar ondergronds. Hij vertrok dan thuis om vier uur ‘s nachts en kwam pas om vier uur ‘s middags thuis. Breur werkte ondergronds. Hij kreeg eerst drie à vier maanden opleiding bij de toenmalige mijn Emma in Treebeek en ging daarna acht jaar aan de slag bij de Wilhelmina in Terwinselen. Zijn dagindeling was “eenvoudig”. Met een lift ging het de diepte in, waar beneden het benodigde gereedschap werd gepakt en de ploeg werd samengesteld, om dan een wandeling van vier tot vijf kilometer te moeten maken totdat hij bij zijn pijler aankwam. Bij deze mijn, “de Wilhelmina”, waren geen treintjes voor personenvervoer. Hier beitelde hij vijf tot soms zes uur, gebukt of liggend op zijn knieën, totdat de kolen loskwamen. Soms ging dit prima, maar het kwam ook voor dat de kolen zo hard als beton waren. En aangezien je naast je basisloon ook nog salaris ontving dat afhankelijk was van de hoeveelheid kolen die je aanbracht, was het vaak vloeken als je tegen een rotsblok aan moest beitelen dat niet loskwam. Weg extraatje.
Om een idee te geven hoe groot een mijn was: de Maurits in Geleen was ondergronds net zo groot als Amsterdam!
Ook de stevige kameraadschap tussen de koempels (mijnwerkers) onderling komt ter sprake. Ietwat geëmotioneerd neemt Breur daar een duidelijke stellingname over in: “Ook al was iemand buiten de mijn bij wijze van spreken de grootste vijand, beneden was iedereen één. Je was namelijk van elkaar afhankelijk. De een zijn fout kon de ander zijn leven kosten”. Na zijn jaren als koempel en nadat hij zijn dienstplicht had vervuld, ging hij aan de slag bij de MOSA. Ondertussen was hij getrouwd met zijn An, Annie Thehu, een meisje uit Amby. Samen met An en zijn oudste zoon Patrick - naderhand zouden nog Erwin en Pascalle volgen - woonde hij samen bij zijn schoonouders in de Kloosterstraat (nu Longinastraat). Ook toen was er immers woningnood.
Van Valkenburgse Boys naar MVV
Zijn directe collega’s waren allemaal voetballers bij, inmiddels reeds jaren opgeheven, Valkenburgse Boys. Zij vroegen hem om bij hen te komen voetballen. En dat deed Breur. Twee jaar was hij lid van deze club. Tijdens zijn voetbalperiode hier vroeg ene heer Spronck, hoteleigenaar te Valkenburg, of hij niet eens wilde komen trainen bij de jeugdselectie van MVV. Dat heeft hij een half jaar volgehouden. Maar de combinatie van het mijnwerkersleven met het trainen in de avonduren was erg zwaar. En zo maar je werk opgeven voor het voetbal was in die jaren helemaal niet aan de orde!
RKASV
Zijn voetbalcarrière kreeg hierna een vervolg bij RHC, een echte volksclub in het Vrouwenveld. Breur had hier enkele mooie jaren als voetballer. Hij woonde echter in Amby en was zoals vermeld met Annie, een “Amiese meid”, getrouwd. Bij MOSA werkten vele Ambynezen, onder wie Giel Dassen die toen voorzitter was van RKASV. “Ja”, vervolgt Breur, “en als je dan dagelijks “gek” wordt gemaakt om voor RKASV te komen voetballen, dan ga je op een gegeven moment overstag. Vanaf 1968 was hij voetballer bij de “blauw-witten” van Amby. Behoudens één jaar; dat was uitgerekend net het jaar dat RKASV-1 kampioen werd in de onderafdeling (nu 5e klasse KNVB) in 1974 en promoveerde naar de 4e klasse. Breur was voor dat jaartje verkast naar buurman RHC.
In het seizoen daarvoor, 1972-1973, was hij bijna kampioen geworden met RKASV. Helaas werd de laatste wedstrijd tegen Maastrichtse Boys jammerlijk verloren, zodat de Boys kampioen werden. Heel Amby was uitgelopen om RKASV kampioen zien te worden, maar dat moest dus een jaar worden uitgesteld.
De reden dat hij weer aan de slag ging bij zijn oude liefde RHC lag in het feit dat de toenmalige trainer bij RKASV, dhr. Custers uit Heugem, had aangegeven de voorkeur te geven aan spelers die hij van buiten Amby had gehaald. En aangezien Breur op dat moment met knieproblemen zat, was de keuze voor hem snel gemaakt. Zonder met wroeging terug te kijken zegt Breur dan ook dat dit duidelijk een vooruitgang was; het waren één voor één goede voetballers. En trainer Custers was een sympathieke man.
RKASV van 1968 - 2023; Lid van Verdienste
Wat is Breurs staat van dienst in al die jaren bij RKASV? Tot zijn 38e jaar was hij speler van RKASV-1. Hij was hij tot twee maal toe interim-trainer bij het eerste. Hij was maar liefst 38 (!) jaar lang trainer van de lagere elftallen. Ook speelde hij na zijn “actieve dienst” nog jaren bij de veteranen en de lagere elftallen. Hij was zo gek van het spelletje, dat hij geregeld ‘s morgens op een lager elftal speelde en ‘s middags nogmaals met het vlaggenschip. Daarnaast had hij dan nog op zaterdag bij de veteranen meegespeeld. Op de vraag wat hem het meeste is bijgebleven bij zijn cluppie, noemt Breur de ongedwongen en gezellige sfeer. Als voorbeeld hiervan noemt hij het 1e elftal, dat op een enkele uitzondering na altijd bestond uit jongens van het dorp.
Na het eerder genoemde kampioensjaar 1973-1974, waar gespeeld werd met vele buitenstaanders, ging RKASV weer verder met jongens uit eigen jeugd. Hierdoor moest er vaak gevochten worden tegen degradatie, maar mede door toedoen van Stef Ploum die jaren jeugdtrainer van de A1-jeugd en een jaar trainer van het eerste in Amby was, braken er talenten door. Breur speelde nog met sommige van deze jongens, zoals Ralf Devens en Michel Meertens, en later trainde hij ze ook weer. Naderhand kwamen daar nog echte talentvolle spelers bij zoals Mark Thijssen, Patrick Limpens, Wim Vrancken en Puck Sour. Met deze lichting werd RKASV vaak 2e, maar een promotie zat er helaas niet in. Ook de voetbaltoernooien van RKASV, Maastrichtse Boys en Borgharen blijven een mooie herinnering voor Breur.
Maar waar Breur het meeste plezier aan had was het trainen van de lagere elftallen. Elke donderdagavond van 19.30 tot 21.00 uur werden de spelers van het derde tot en met het zesde elftal door Breur en zijn assistenten Richard Damoiseaux en Willy Hermans “onder handen genomen”. Deze teams bestonden uit een mengelmoes van spelers. De oud eerste-elftalspelers die nog lekker een balletje wilden trappen, spelers die heel fanatiek waren maar heel vaak “ruzie met de bal” hadden en spelers die wat meehobbelden en blij waren als ze tijdens een partijtje voetbal de bal drie keer raakten. Maar ná 21.00 uur in de kantine was het feest. Breur: “Tot in de laatste uurtjes werd er gelachen over de dingen die er speelden en er werden moppen getapt die beter niet op papier gezet kunnen worden”. Samengevat: Breur was een verenigingsman in hart en nieren bij zijn RKASV. De benoeming als “Lid van Verdienste” komt hem dan ook zeker toe.
Op de donderdag voor carnaval werd ook bij RKASV een prins uitgeroepen. De “gelukkige” was de winnaar van de voetbalquiz, die werd samengesteld door de oudgedienden Breur, Richard en Willy. De vragen met betrekking tot de spelregels werden gemaakt door oud-scheidsrechter en RKASV-lid Mart Wintjens. De beste quizkenner kreeg dan de prinsensteek opgezet en werd door de Hoeglöstigheid van de Sjlaaibök gedecoreerd. Deze bezocht met zijn gevolg jaarlijks deze ontzettend gezellige avond in de kantine aan de Heukel.
Zeker in de jaren zestig en begin jaren zeventig was het Stratentoernooi een waar fenomeen in Amby. Buurten speelden tegen elkaar. Heel Amby liep hiervoor uit en als bewoner van de “Kloestersjtraot” was hij ook meteen speler van zijn buurt. Met spelers als Maurice Custers, John Hardy en “Sjupke” Aarts in het doel werd met wisselend succes meegedaan. Dit veranderde toen hij verhuisde naar de Gouverneur Houbenstraat, waar hij nu nog steeds woonachtig is. In deze “Nieuwe Buurt Noord” woonden veel goede voetballers zoals Richard Damoiseaux, Jean en Jeu Humblet en Jean Thans. Zij werden hierdoor vaak winnaar van het toernooi. De harmonie bracht de finalisten destijds naar het toenmalige voetbalterrein aan de Heukelstraat en achter de harmonie kwamen dan de spelers met hun aanhang.
Itteren en de “derde helft”
Dat Breur een echte liefhebber van het voetbalspelletje is, moge blijken uit zijn aanwezigheid op de RKASV-velden op de training door de week en op de zaterdagen en zondagen tijdens wedstrijden. Maar dat blijkt daarnaast ook uit zijn deelname aan een groep voetballende hobbyisten, waarmee hij 15 jaar lang op maandagavond in de lokale gymzaal in Itteren op een zeer ontspannen manier tegen het balletje trapte. Breur kon ervan genieten als hij zag hoe een minder begaafde speler dan samen met de zeer getalenteerden van het spel genoot. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de ex-prof van o.a. MVV en oud-international van Polen, Janusz Kowalik, die ook in dit gezelschap mee speelde. Het was dan ook een zeer gevarieerd clubje liefhebbers.
En na de sportieve inspanningen volgde steevast de ontspanning, de zogenaamde “derde helft” in ons plaatselijk Café het Wapen bij Nico en Thérèse Bergholtz-Linckens, destijds in de volksmond bekend als “De Knaus” en nu de naam “Bie Josée” heeft gekregen. Onder het genot van een lekker glas bier en onder het toeziend oog van Nico en Thérèse werden dan de voetbalcapriolen nogmaals becommentarieerd en lachend uitvergroot. Ook dit was een zeer gezellig tijdverdrijf.
Kwieke wandelaar
Breur etaleert nog steeds een heldere kijk op de wereld en de nuchterheid waarmee hij over bepaalde zaken praat is opmerkelijk. Ondanks zijn leeftijd en enkele lichamelijke ongemakken waarmee hij door de jaren heen te maken heeft gekregen, oogt Breur nog opvallend kwiek. Hij wandelt nog dagelijks. Zo heeft Breur heeft na zijn voetbalcarrière vele ultra-wandeltochten gemaakt, waarbij de tochten naar Compostella (Spanje) en Assisi (Italië). Hij nam enkele malen deel aan de “Nacht van Gulpen” - 70 km lang - en aan talrijke versies van de Heuvellandvierdaagse in Berg en Terblijt. Met pastoor Mattie Jeukens, pastoor van de OLV van Lourdeskerk, gelegen langs de huidige Groene Loper, wandelde hij zelfs drie maal naar Assisi (Italië) en daarnaast - ook in Italië en eveneens met pastoor Jeukens – de tocht van Bologna naar Florence.
Tegenwoordig volgt Breur nog bijna wekelijks de verrichtingen van “zijn” RKASV-1. Breur: “Het blijft natuurlijk jammer dat indertijd de vereniging is moeten verhuizen naar de huidige accommodatie. Niets ten nadele van de velden aan de Discusworp, doch de heimwee blijft. Maar ja, de vooruitgang…”
Breurs voetbalschoenen mogen dan nu in de wilgen hangen, maar het RKASV-voetbalhart nog lang niet!
Trivia
- Op deze pagina vind je meer informatie over de voetbalclub RKASV
- Zie ook het artikel: Wiel 'de Witte' Hermans
Bronnen, noten en/of referenties
|