Costa del Pötsje
"Van rust naar razernij: het verhaal van een verloren tuinderij."
Inleiding
Bertha Brouns (22-12-1916), dochter van een tuindersgezin uit Amby, en Mathieu Stals (30-12-1925), afkomstig uit een boerengezin in Stramproy, leerden elkaar kennen op de St. Pietersberg in Maastricht. Mathieu was op dat moment gelegerd als militair in de Tapijnkazerne in Maastricht, maar moest al vrij snel voor zijn dienstplicht naar Indië. Gedurende de vier jaar dat hij daar verbleef, bleef hij trouw schrijven aan Bertha. Na zijn terugkeer ging de relatie verder. De jarenlange afstand had de liefde voor elkaar niet gedoofd. Math (Tjeu) heeft de eerste jaren in de weekenden heen- en weer gefietst tussen Stramproy en Amby. Uiteindelijk besloot hij in Amby bij Bertha te blijven. Ze trouwden op 27 september 1951.
In de eerste jaren van hun huwelijk woonden ze bij de moeder van Bertha en haar zus Elise, die een tuinderij had. De vader van Bertha is in de beginjaren van 1950 overleden. Ze hielpen uiteraard mee in de tuinderij, ze verbouwden groenten. Als Math klaar was met zijn werkzaamheden bij de staatsmijnen werkte hij mee in de tuinderij. Het was een hardwerkend leven, waarin het echtpaar samen het tuindersbedrijf mee draaiende hield. In deze periode werden hun twee kinderen geboren: zoon Fred (5-10-1953) en dochter Myra (29-3-1956).
Overname en uitbreiding van de tuinderij
Het leven in en rond de tuinderij was arbeidsintensief. In de beginjaren trokken de ouders van Bertha, net zoals Tien Buydy te voet, met een hondenkar vol producten naar de markt in Maastricht om hun waar te verkopen. Het was hard werken, maar zij deden dit met veel toewijding. Bertha deed dit later naar de veiling en naar particuliere groentewinkels in Maastricht, Valkenburg en Sibbe.
Na verloop van tijd namen Bertha en Math de tuinderij over van Bertha’s moeder en zus Elise. Onder hun leiding werd het bedrijf verder uitgebouwd. De vraag naar planten, bloemen en bomen nam toe, wat leidde tot de uitbreiding van de tuinderij met een volwaardige kwekerij. Math en Bertha volgden diverse opleidingen en cursussen om hun vakkennis te vergroten en hun aanbod te professionaliseren. Hun werkzaamheden veranderden.
Door de jaren heen werden er ook seizoensgebonden producten verkocht, zoals kerstbomen, chrysanten en de zelfgekweekte snijbloemen, waarvoor veel klanten jaarlijks terugkwamen.
Naast zijn werk in de tuinderij/kwekerij had Math ook een fulltimebaan bij DSM, waar hij werkte bij de brandweer in ploegendienst. De combinatie van beide werkzaamheden vroeg veel inzet en energie. Math grapte dan ook vaak dat hij "naar de DSM ging om uit te rusten".
Waar lag de tuinderij/kwekerij?
De tuinderij/kwekerij lag in de Pin. Ze was gelegen aan het uiteinde van de voormalige Eindstraat, huisnummer 13. Het was de laatste woning aan de linkerkant. Ter hoogte van de huidige adressen Ambyerstraat Noord 194 en 196 splitste de Eindstraat zich in twee richtingen. Links ging de weg richting garage Ploemen, rechts richting de Au Ciel (het pand waarin nu Jumbo Rothem gevestigd is).
Aan de linkerkant van de straat, voor de splitsing, woonde de familie Vreuls en bevond zich café De Zwaluw, in de volksmond bekend als "de Zjwever". Wie bij de splitsing rechtsaf sloeg, ging richting de woning van de familie Seyben – in de volksmond bekend als "de Sieb". Linksaf leidde de weg dus naar Rothem, waar men uiteindelijk bij de tuinderij uitkwam. Het lag net voor de grens tussen Amby en Rothem. De tuinderij/kwekerij lag op de plek waar nu de autoweg Maastricht/Heerlen ligt.
Ontstaan van de naam
De naam van het bedrijf was Firma-Stals Brouns. In de volksmond echter bekend als: "Costa del Pötsje".
Die naam is ooit gekscherend bedacht door Fernand Mulleneers, ook een bekende inwoner van Amby. Hij woonde aan de Dorpsstraat. De tuinderij/kwekerij was gevestigd naast "de Pötsjesweeg" (de Gieskensputweg). Fernand, die altijd in de zomermaanden meewerkte, had een bijzondere band met het bedrijf. De zomers, met in die jaren vaak heel veel zonuren, brachten voor hem niet alleen hard werk maar ook ontspanning. Ze deden hem klaarblijkelijk denken aan de zonnige kusten van Spanje, de Costa's. Die zomerse sfeer van warmte en rust was iets wat Fernand blijkbaar met de tuin verbond. Hij zei altijd: ‘Iech gaon nao Costa del Pötsje’ en zo werd de tuinderij/kwekerij in de volksmond bekend als "Costa del Pötsje".
Onteigening en heropbouw
Met de aanleg van de autoweg Maastricht–Heerlen A79 (aangelegd tussen 1967 en 1975) moest de oorspronkelijke tuinderij/kwekerij wijken. De woning en wat bijbehorende grond werd onteigend ten behoeve van de infrastructurele ontwikkeling. Bertha en Math bouwden een nieuw huis iets verderop op hun perceel. Zij realiseerden een modernere woning, compleet met een nieuwe tuinderij/kwekerij. Over de autoweg werd een viaduct gebouwd. Voordat je Rothem in reed had je aan de linkerkant een veldweggetje. Dit was het laatste stuk van de oorspronkelijke Eindstraat. Vanaf dit veldweggetje reed je naar het nieuwe Costa del Pötsje. De tuinderij/kwekerij lag (gelukkig) wel nog in ós Amie. Het nieuwe adres werd Ambyerstraat Noord 179.
Deze tuinderij/kwekerij lag dus links ter hoogte van de huidige toegangsweg naar de A2/Limmelderweg.
Een warm familiebedrijf
De tuinderij/kwekerij groeide uit tot een geliefd en goed bezocht familiebedrijf. Er was altijd veel aanloop van klanten uit de omgeving, die de kwaliteit en de persoonlijke benadering wisten te waarderen. Ook de kinderen, Fred en Myra, werkten van jongs af aan mee, vooral in de periode na de IJsheiligen. Het was een écht familiebedrijf, gedragen door gezamenlijke inzet en hard werk. Daar waar Fred hielp met verspenen, zaadjes planten en het leveren van bestellingen, hielp Myra met de verkoop en het maken van bloemstukken.
Na een leven vol toewijding overleed Bertha op 9-5-1994 op 76-jarige leeftijd. Mathieu woonde nog een jaar alleen in de woning aan de tuinderij/kwekerij, voordat hij verhuisde naar de woning van zijn zoon Fred aan het Severenplein. Enkele jaren later overleed Mathieu op 16-2-2000 op 74-jarige leeftijd.
In 1995 werd de woning en het omliggende terrein verkocht aan Ingmar Duijckers. Hij zette er het elektrotechnisch bedrijf van zijn vader Electro Duijckers BV, voort, waarmee een nieuwe invulling werd gegeven aan het mooie pand.
Toen later het viaduct opnieuw werd aangepast (2011 start nieuwe infrastructuur A2 en A79) aan de eisen van de moderne tijd – het huidige viaduct zoals we dat vandaag de dag kennen – werd het perceel wederom onteigend in 2007. Daarmee kwam een definitief einde aan een bijzondere plek die decennialang een belangrijk onderdeel vormde van het lokale dorpsleven. “Het mooie pand verdween, een mooie geschiedenis ligt nu onder de oprit vanaf het viaduct naar de A2."
Bronnen, noten en/of referenties
|