De Galgenweg, de weg naar het schavot
Voor de toevallige passant is het niet meer dan een modderig pad. Enkele struiken, een boom. Niet meer dan dat. Maar wie de archieven induikt ontdekt dat dit restanten zijn van een oude weg, met een bijzondere geschiedenis. We spreken hier over de Galgenweg, ofwel de Gawweweeg. Een weg naar het schavot. In dit verhaal nemen we je mee naar de bijzondere geschiedenis die schuil gaat achter deze weg.
De Gawweweeg
Het was een typische zondagmiddag waarop de auteur van dit verhaal, als kind met zijn ouders en hun trouwe viervoeter een wandeling maakte over de Amyer hei. Een wandeling over de hei brak de gezapige zondag en leverde een frisse neus. Eenmaal op de hei wist pap interessante feitjes te vertellen over de omgeving. Zo liepen we door de Koedreef, het verlengde van de Hagenstraat. Een typische holle weg zoals we ze wel vaker tegenkomen in het Limburgse land. Halverwege deze holle weg was een opening in het talud, met een klein zijpaadje. Het was niet veel, een kort stukje landweg, het mocht geen naam hebben. Maar volgens pap had het dit wél en hij noemde dit de gawweweeg. Dit klonk als een vreemde naam voor zo’n onbenullig stukje weg van slechts enkele meters lang.
Meer dan een paadje?
Het zaadje was geplant. Ik wilde meer weten. Al snel werden oude kaarten erbij genomen en viel op dat de weg vroeger langer was dan het resterende huidige stukje; veel meer dan een onbeduidend doodlopend paadje. Op negentiende -eeuwse kaarten is goed te zien dat er een weg liep vanaf de IJzeren Kuilen, de Iezere Koele, helemaal tot aan de Rasberg. Het stukje weg dat nu nog resteert is duidelijk een overblijfsel van een weg die ooit veel langer was. De kaarten laten ons zien dat er sinds 1912 regelmatig stukjes weg zijn ‘afgesnoept’. Door schaalvergroting in de landbouw verloor de weg haar functie en werd gaandeweg toegevoegd aan de omliggende akkers.
De naam Gawweweeg
Het is dus duidelijk dat de weg vroeger langer was, en dat verklaart ook waarom deze weg een eigen naam had. Maar dan nog…Gawweweeg. Waar kwam die naam vandaan? Er viel in eerste instantie niet veel over te vinden, maar toch dook er soms een aanknopingspunt op, zoals dit krantenartikel waarin dhr. Hendriks in het Café Mulders-Linsen (Ambyerstraat Noord 4) zijn veldvruchten in 1868 verkocht. Deze stonden onder meer ‘aan den Gauwenweg onder den Graaf’. Met een graaf wordt een graft bedoeld, een soort van greppel / hoogteaccent in het landschap. Soms bedoeld als erfafscheiding maar ook om grondafspoeling op een helling tegen te houden. Zou de naam verwijzen naar een paadje om ‘gauw’ van A naar B te komen?
Galgenweg?
Onderzoek in oude archieven uit de 18e eeuw gaven uiteindelijk nieuwe inzichten. Om belasting te kunnen heffen op grondeigendom waren eigenaren verplicht om hun onroerend goed ‘aan te geven’. Op deze ‘aangiftes’ werd, met een beetje geluk, in een duidelijk handschrift de grootte van het perceel en een precieze ligging beschreven. Omdat er nog geen kadastrale perceel nummers waren zoals tegenwoordig was het belangrijk om ook de veld- en straatnaam en ‘reijgenooten’ (buren) te benoemen. Deze aangiftes zijn een prachtige historische bron. Zo zien we dat de naam Gauwe wegh in 1732 al voorkwam!
Hoe groot was mijn verbazing toen ik de grondaangiftes uit 1767 bestudeerde, 35 jaar later. De familie Graven was nog steeds eigenaar van het perceel maar dit keer grensde hetzelfde perceel niet aan de Gauwen wegh maar aan de ‘grounen of gallegenwegh’. Dat was een bijzondere ontdekking. De Gauwenweg werd dus blijkbaar ook grounen (groene) of galgenweg genoemd. Waarbij ik overigens rekening hou met het gegeven, dat de benaming grounenweg een verkeerde transcriptie kan zijn van gauwenweg. Een vergelijking met andere percelen rondom de Gauwenweg leverde hetzelfde resultaat op. Grondeigenaren noemden de landweg soms Gauwenweg maar vaker nog noemden ze het Galgenweg. Zou Gauwenweg een verbastering zijn van galgenweg? En wat werd met de Galgenweg bedoeld, leidde deze naar een galg? Een galg op de Amyerhei dat zal toch niet?
Goudenweg?
In het boek ‘De straatnamen van Maastricht’ staat een interessant aanknopingspunt. In Daalhof ligt een Goudenweg. De verklaring voor deze naamgeving is als volgt: “Een mogelijke verklaring is een verbastering of van Galgenweg, aangenomen dat die naam voor deze weg bestond of van Gauweweg (in de betekenis van snel), een weg die een goede verbinding gaf tot andere wegen.” Het lijkt er sterk op dat in Daalhof ook een Gauweweg of Gawweweeg lag in de buurt van een galg. Toen deze naam voor het eerst op papier werd gesteld zullen ze de naam Gauweweeg ‘verhollandst’ hebben in Goudenweg. Als Gauweweg inderdaad een verbastering is van Galgenweg verklaart dat ook het gelijktijdig gebruik van de benamingen gauwe- en galgenweg in Amby.
Wel of geen galg?
Die benaming Galgenweg kon er niet voor niets zijn was mijn gedachte. Vroeger werden straatnamen niet ‘zomaar’ bedacht, ze ontstonden omdat het logisch was. Ze verwezen ergens naar. Het is logisch om te denken dat de weg leidde naar een echte galg. Maar het kon ook symbolisch zijn en verwijzen naar bijvoorbeeld een akker in de vorm van een galg, of naar een aangrenzende herberg met galg in de naam, of naar…wie zal het zeggen. De vraag is hoe komen we erachter of er wel of geen galg heeft gestaan op deze plek op de hei?
Van de Galgenweg vinden we niet heel veel terug in het landschap. De weg is grotendeels opgegaan in de akkers. Toch zijn er op sommige plekken nog sporen (greppels, hagen, een stukje zandweg) terug te vinden.
Het tracé van de weg
Het tracé van de Galgenweg liep vanaf de ‘Iezere Koele’ (voormalig stort van de Mosa aan de Oliebergweg) in een rechte lijn naar de Rasberg, dwars over de hei. De weg lag op grondgebied van Amby en eindigde tegen de grens met Berg en Terblijt, tegenwoordig gemeente Valkenburg. Deze gemeentegrens bestond ook toen al en vormde de grens van het rechtsgebied van de lokale schepenbank. Vanuit een schepenbank wordt een gebied bestuurd maar men spreekt er ook recht. En gerechtsplaatsen werden meestal tegen de bankgrens opgericht. Zodat reizigers die het land binnen kwamen konden zien dat er hard werd opgetreden tegen criminaliteit. Een plek bij een drukke handelsroute, zoals de weg tussen Heerlen/Valkenburg en Maastricht via de Rasberg, maakte het afschrikwekkend effect nog groter. Er stonden bovendien meerdere galgen langs deze weg, zoals de galg van Maastricht aan de Scharnerweg in de buurt van de Albert Heijn.
De weg zou gebruikt kunnen zijn, maar dat weten we niet zeker, als kortste verbindingsroute naar de gevangenis in de Grote Straat te Valkenburg. Hier stond de gevangenis en dit stadje had ‘hoge jurisdictie’. Dat hield in dat zij recht spraken in zwaardere, criminele rechtszaken.
Volgt u het nog? Het dorp Amby was een ‘onderbank’ van de schepenbank van Meerssen. Om het eenvoudig uit te leggen, het grondgebied van Amby behoorde toe tot Meerssen, net zoals het nu gemeente Maastricht is. Meerssen mocht rechtspreken in lichte vergrijpen. Zware vergrijpen die binnen het rechtsgebied van Meerssen werden gepleegd werden behandeld door de schepenbank van Valkenburg, de hoofdstad van het Land van Valkenburg.
Iemand die goed kaart kan lezen zal denken, dat is helemaal niet de kortste route naar Valkenburg, die gaat via Berg en Vilt over de Cauberg. Dat klopt, maar dat was geen optie. De route die de veroordeelde moest afleggen verliep via grondgebied dat toebehoorde aan het Land van Valkenburg. Berg hoorde daar niet toe, dat was een eigen landje, een vrije rijksheerlijkheid. Wilde men binnen de landsgrenzen van Staats Valkenburg blijven liep de route door het Geuldal over Meerssen. De Olieberg was de eerste helling die vanuit het Geuldal te bestijgen was met kar en paard. Vanuit daar
was de kortste weg naar de Rasberg via de Galgenweg. Het is dus waarschijnlijk dat deze route dé weg was die de arme zondaar moest afleggen, vandaar ook de naam. De weg naar de galg die je waarschijnlijk van ver al zag staan in het verlengde van de weg.
Artistieke impressie van een achttiende eeuwse gang naar de galg zoals die, bij benadering, daadwerkelijk heeft plaatsgevonden in de achttiende eeuw. De stoet met de gevangene, op de kar, pastoor, schutterij en schepenen en schout kruist de Hagenstraat, onderweg naar de galg. Twee vrouwen en een boer kijken toe.
Aanknopingspunten uit het archief
Oude landkaarten en navraag bij lokale historici leverde niets op. Het bestaan van een galg was nergens terug te vinden. Wat nu? Oude topografische kaarten zijn niet altijd even betrouwbaar. En een galg werd ook niet permanent gebruikt. Mogelijk dat deze werd afgebroken en verder niet opviel in het landschap. Het kon dus makkelijk over het hoofd worden gezien door de tekenaars van landkaarten. In mijn speurtocht naar de galg moest ik mijn geluk beproeven in het archief te Maastricht. Daar vond ik gelukkig wel enkele aanknopingspunten. Eén van die aanknopingspunten kwam uit de ‘schepenrol’ van Berg. Zowel in 1736 als in 1778 krijgt de schepenbank van Berg het verzoek vanuit Meerssen om de galg van Berg te mogen gebruiken. De reden weten we helaas niet. Misschien was de galg van Meerssen wel bezet. Het is een luguber idee maar een veroordeelde bleef aan de galg hangen totdat het lichaam op de grond viel. Of misschien had Meerssen geen beul beschikbaar. Beulen trokken namelijk vaak rond van gerecht naar gerecht. Hoe dank ook, Meerssen vroeg dus aan Berg om gebruik te mogen maken van hun gerechtsplaats aan de Rasberg. In Berg zijn ze hier niet zo blij mee. Zij zitten niet te wachten op inmenging en ‘inkruijpinge’ van Meerssen. Bovendien is het juridisch vastgelegd dat enkel het gerecht van Berg de eigen galg mocht gebruiken. Er kwam geen veroordeelde uit Meerssen aan de galg in Berg te hangen. Punt uit. Maar nu komt het, in de afwijzing werd nog eens fijntjes gewezen op de gebruikelijke plek voor Meerssen om hun veroordeelden te executeren. En dat is een interessante passage:
… de plaetse waar den Geregte van Meerssen gewoon is jurisdictie te exerceren, ende executien te laten doen, als haare plaatse van outs genomineert werdende, een stuck lants genaemt het Galgestuck, resort der voorsr. Hoofdbancke Meerssen, gelegen over de Grebbe die scheijt de Limiten tusschen Berg ende Meerssen, welk voorschr. Galgestuck is toebehoorende aen het huijs Raaven…
Vrij vertaald: de plek waar het gerecht van Meerssen normaal gesproken recht spreekt, en terechtstellingen uitvoert, is een perceel dat vanouds wordt genoemd het Galgenstuk. Dit stuk is gelegen onder de hoofdbank Meerssen, tegenover de Grebbe (greppel) die de grens vormt tussen Berg en Meerssen en toebehoort aan de Ravenhof.
Met deze beschrijving kunnen we de locatie van de galg een stuk beter duiden. We weten dat de huidige gemeentegrens aan de Rasberg tussen Maastricht en Valkenburg de oude grens tussen Amby (bankgrens Meerssen) en Berg is. Uit onderzoek blijkt dat deze grens een grebbe ofwel een grub wordt genoemd, een greppel die het hemelwater afvoert. Ook weten we uit onderzoek dat aan de Ambyse zijde van deze grens de nodige landerijen lagen van jonker Raaf van de Ravenhof. Dit komt exact overeen met de beschrijving die de heren van Berg hebben gegeven. De plek van de galg is hiermee iets duidelijker in beeld.
Een ander aanknopingspunt
Een ander aanknopingspunt werd gevonden. In 1718 besloot de proosdij van Meerssen op papier het grondgebied vast te leggen waar zij tiende mocht heffen. De tiende was een belasting. Oorspronkelijk was het zo dat de tiende schoof graan werd afgestaan aan de kerk, in dit geval de proosdij. Later werd deze belasting in nature ook wel verpacht en vervangen door klinkende munt. De proosdij liet dus vastleggen in welk gebied zij belasting mocht heffen. Dit gebeurde in beschrijvende zin, zonder kaart. De schrijver neemt de lezer mee langs de ‘limiten’ (grenzen). Een belangrijke passage luidt als volgt: “…alwaar light eenen steen, aan welken steen of plaatse de linkehandt omslaande langhs den Graaf (greppel) en ondersten Rasbergh tot bij het Meerssener Gerichte soo recht toe … “ Blijkbaar liep de grens van het gebied van de proosdij tot aan de Meerssener ‘gerichte’ (gerechtsplaats). Een gerechtsplaats was de plek waar het recht gesproken werd. Hier stond de galg, maar men kon er bijvoorbeeld ook gegeseld worden of de grens over gezet worden indien er sprake was van verbanning. Doordat de beschrijving van de grens heel gedetailleerd wordt beschreven kunnen we aan de hand van oude kaarten de locatie nauwkeuriger vaststellen.
Wat blijkt, de galg ligt precies in het verlengde van de galgenweg. Hiermee is aangetoond dat de verwijzing naar een galg in de naam Galgenweg geen ‘mythe’ is maar dat er echt een galg heeft gestaan aan de Rasberg!
Dit wordt nog eens bevestigd door enkele vonnissen van de rechtbank waarin de plaats van de galg wordt beschreven als ‘onderste Rasberg’. Dit bevestigt de uitkomst van deze lange zoektocht. De Galg stond op de onderste helft van de Rasberg, de zogenaamde Onderste Rasberg.
In een volgend deel gaan we op zoek naar de verhalen achter de galg. Wie werden er terechtgesteld en waarom? Hoe gebeurde dat? Kortom wat waren de verhalen achter deze galg?
Prachtig panorama op de Rasberg vanaf de Hooverenweg. Precies hier, tegen de Rasberg, stond eens de galg:
Bronnen, noten en/of referenties
Tekst:
Afbeeldingen:
|