Gieskensputweg
Gieskensputweg | ||
Geografische informatie | ||
Begin | Mariënwaard/Kruisdonk | |
Eind | Ambyerstraat Noord | |
Lengte | 390 m (in Amby) + 190 m (in Meerssen) | |
Breedte | 2.50 m – 2.75 m | |
Algemene informatie | ||
Dialect naam | 't Pötsje | |
Genoemd naar | Gieskens put | |
Bestrating | grind/ kiezel/ stol | |
Overig | verdwenen vanwege aanleg autosnelwegen A2 en A79 |
In vroeger jaren was er vlakbij het voormalige café Wijnands, beter bekend als café De Zjwever, een zijweg van de Eindstraat. Bij de meesten was die zijweg bekend als 't Pötsje, maar de officiële naam was Gieskensputweg. Waar lag die weg precies en wat is erover bekend?
Waar lag de Gieskensputweg?
De Gieskensputweg ('t Pötsje) lag voor een deel in Amby en voor een deel in Meerssen. Volgens de beschrijvingen in de wegenleggers van Amby en Meerssen van 1937, respectievelijk 1940 was de Gieskensputweg een buurtweg die een verbinding vormde tussen de Rijksweg Maastricht-Roermond in de gemeente Meerssen (anno 2024 Mariënwaard/ Kruisdonk) en de Eindstraat in Amby (anno 2024 Ambyerstraat Noord). De buurtweg had in Amby een breedte van circa 2.50 m en in Meerssen circa 2.20 m. De weg was een kiezel-/ grindweg die voor 390 meter in de gemeente Amby lag en voor 190 meter in de gemeente Meerssen.
Op het punt waar in Meerssen de straatnaam Mariënwaard overgaat in Kruisdonk staat een kruisbeeld ter nagedachtenis aan de 12 personen die in september 1944 vlakbij die locatie door Duits granaatvuur dodelijk werden getroffen. Op die plaats takte de Gieskensputweg af, richting Amby. In Amby kwam de weg uit bij de Eindstraat, de huidige Ambyerstraat Noord. Waar het hoogspanningsgebouwtje staat, om precies te zijn: tussen het gebouwtje en de haag links daarvan, kwam de Gieskensputweg uit. Bij het kruisbeeld in Meerssen is nog een klein restant van de weg te zien.
Oorsprong van de naam
In 1883 werden de buurtwegen en voetpaden in Amby geregistreerd in de wegenlegger "Hertogdom Limburg, Staat der Buurtwegen en openbare Voetpaden, Gemeente Ambij". Hierin is onder nummer 46 een openbaar voetpad (breedte 1.14 m) met de naam Watergang opgenomen. Uit de bijbehorende kaart van 22 maart 1883 blijkt dat het voetpad naar de Gieskensputweg leidt. De beschrijving van voetpad Watergang luidt: "Leidende van 63 tot 66. Deze is bestemd om het Gehucht Rothem onder de Gemeente Meerssen te verbinden met den Gieskensput, en met den Gieskensputweg (volgnummer 21)". Vlakbij de Gieskensputweg was een put aanwezig, de Gieskensput. Deze put was niet onbekend. Onder andere in het regionale dagblad Limburger Koerier van 1920 en latere jaren staan meerdere advertenties dat bij deurwaarder Evers uit Meerssen allerlei zaken konden worden gekocht zoals “Gras en Nagras” en “canadassen” of konden worden gepacht zoals een weide, waarbij als plaats van handeling vaak de “Gieskensput” werd genoemd. Ongetwijfeld is de naam "Gieskensputweg" afgeleid van de aanwezigheid van deze Gieskensput. Giesken(s) is een bestaande achternaam en geeft mogelijk de verklaring van de naam van de put. Pas in de 19e eeuw wordt de weg Gieskensputweg genoemd; daarvóór, in de 18e eeuw , kwam het woord “put” daar niet in voor en heette de weg Gijskensstraetje of Gieskens straetje.
1830
Op het kadastrale Verzamelplan van de gemeente Amby[1] staan de wegen binnen de gemeentegrenzen van Amby ingetekend. Op het bijbehorende Minuutplan[2] staan de Gieskensputweg en omgeving nog iets gedetailleerder ingetekend. Voor zover bekend zijn het de oudste kadastrale kaarten van Amby en dateren van 25 mei 1830.

1883
In 1883 is er van de openbare buurtwegen en voetpaden in Amby een kaart[3] gemaakt. Deze kaart verstrekt veel interessante informatie, niet alleen over wegen en voetpaden maar ook over waterlopen van die tijd. In de wegenlegger van 1883[4] is de Gieskensputweg opgenomen als verbindingsweg tussen de Gemeente Meerssen en de Dorpstraat in Amby. De naam van de straat waar de Gieskensputweg op aansloot wijzigde in de jaren daarna van Dorpstraat in Eindstraat en ook die naam veranderde nadien in de huidige naam Ambyerstraat Noord. Het nummer in de wegenlegger correspondeert met het nummer op de kaart: 21 is de Gieskensputweg. Ook het voetpad Watergang, nr 46, is met een gestippelde lijn duidelijk op de kaart aangegeven en sluit aan op de Gieskensputweg bij punt 66 (rood). Bij dat punt staat ook "Gieskens Put" aangegeven. Iets naar links, bij punt 65 (rood), is goed te zien dat een waterloop (blauw) onder de Gieskensputweg doorliep: nr 53, de Kanjelbeek. De weg lag in een waterrijke, drassige omgeving die met bronnen gevoed werd.
1937
Ook in 1937 was de Gieskensputweg in de wegenlegger van de gemeente Amby opgenomen: "Vanaf de grens van de gemeente Meerssen eerst in oostelijke daarna in zuidelijke richting tot aan de grens van de bebouwde kom". Een van de aantekeningen van een ambtenaar vermeldt over het voetpad Watergang, nr 46: "Onverhard voetpad, niet opnemen". Het openbare voetpad Watergang dat rondom het jaar 1883 naar de Gieskensput leidde en op de Gieskensputweg aansloot komt derhalve niet meer in de wegenlegger en bijbehorende kaart voor.
Kiezel of grind?
Wat was de verharding van de Gieskensputweg? In de oude wegenleggers van Meerssen en Amby staat in de kolom V "aard van de verharding (of aangeven, dat de weg onverhard is)" verschillende informatie over de aard van de verharding. De ene keer kiezel, de andere keer grind. Zeker is dat in 1923 in Amby gekozen is voor kiezel, getuige een bericht in de Limburger Koerier van 27 februari 1931 over de Raadsvergadering van de gemeente Amby van 24 februari 1931: "Ook komt nog ter bespreking het aanbrengen van verbeteringen aan Gieskensputweg, Kerkstr., Geusselterweg waarop kiezel zal worden aangebracht, en de uitgetrokken werkloozen te werk zullen worden gesteld, alsmede het voetpad naar 't Wittevrouwenveld, waarvan een gedeelte met grint zal worden verbeterd." Voor Pierre Prickaerts was het een kiezelweg. Waarom? Hij kan zich nog herinneren dat boeren in de winter met paard en wagen naar de kiezelkuil op de hei gingen om "te kiezelen". Met de kiezel die daar gegraven werd, werden de gaten in 't Pötsje en andere wegen gedicht.
Aanleg autosnelwegen
De autosnelweg A2 (Maastricht – Amsterdam) werd in 1958/1959 gebouwd en in 1960 voor het verkeer geopend. Het gedeelte van de Gieskensputweg dat in de gemeente Meerssen lag werd door het tracé van de autosnelweg doorkruisd. Voordat de bouwwerkzaamheden aan de autosnelweg konden plaatsvinden moesten diverse zaken geregeld zijn zoals het opbreken van het deel van de Gieskensputweg waar de A2 zou komen. Op 17 februari 1960 besloot de gemeenteraad van Meerssen om de Gieskensputweg, voor zover gelegen in de gemeente Meerssen, geheel aan het openbaar verkeer te onttrekken. Met het besluit van de Provincie Limburg d.d. 23 mei 1960, 4e afd. no. B3971, werd het besluit van de gemeente Meerssen goedgekeurd.
De autosnelweg A79 (Maastricht – Heerlen) werd in 1979 gebouwd en voor verkeer geopend. Voordat het zover was moesten diverse zaken geregeld zijn zoals bijvoorbeeld het aankopen of onteigenen van allerlei panden om die vervolgens te slopen. Een van die panden betrof de woning van de familie Vreuls, Eindstraat 9, Amby. Deze woning werd ten behoeve van de autosnelweg gesloopt in 1973. Op 8 mei 1974 besloot de gemeenteraad van Maastricht om de Gieskensputweg in Amby aan het openbaar verkeer te onttrekken. Met het besluit van de Provincie Limburg d.d. 19 augustus 1974, 4e afd. no. BD14936, werd het besluit van de gemeente Maastricht goedgekeurd.
1950 herinneringen aan ‘t Pötsje
Diverse inwoners van Amby hebben anno 2024 nog herinneringen aan de Gieskensputweg maar de naam ’t Pötsje is bij hen veel vertrouwder dan Gieskensputweg. De herinneringen gaan terug tot omstreeks 1950.
’t Pötsje roept geen herinneringen op van een grindweg of kiezelweg maar meer van een weg van “gewoon grond, maar dan keihard”.
Direct aan het begin van de weg, rechts, stond de woning van de familie Vreuls met rechts daarvan café Wijnands, beter bekend als café "de Zjwever". Rechts daarvan lag de Brikkekoul en nog meer naar rechts het tuinplantenbedrijf "Costa delle Pötsje" van de familie Stals-Brouns. De weg werd het meest door boeren gebruikt. Aan de Meerssense kant van ’t Pötsje lagen gepachte weien waar koeien uit Amby konden grazen. Via ’t Pötsje werden de koeien daarheen gebracht. Ook als boeren uit Amby hun fruit naar de veiling in Bunde brachten werd daarvoor de kortste weg, dus via ’t Pötsje, gekozen. Er stonden geen huizen langs de weg. Wel stond er, vanuit Amby bezien aan het begin van de weg, aan de rechter kant een fors duivenhok van Frens Vreuls. Een flink stuk verder, richting Meerssen, maakte de weg een bocht naar links met aan de linker kant van de weg, in de wei van Rompelberg, vlak langs de weg een rij “Canadassen”. Het waren enorme hoge bomen, Canadapopulieren, ook wel Canada’s genoemd. Door de snelle groei levert de Canadapopulier in korte tijd een grote houtopbrengst. Na de rij bomen begon aan de linker kant van de weg een sloot, de Kanjelbeek (die richting Waterrijk en verder voerde). Ter hoogte van dat punt, aan de overkant van de weg, dus rechts, stonden altijd zigeuners met de bekende "Pipo de Clown"-woonwagens, honden en paarden. Vlakbij de plek waar de zigeuners stonden was in de naastliggende wei van Slangen, op ongeveer 10 meter afstand van de weg, een grote cirkelvormige betonnen put met pal daarnaast een pomp. Elke dag moest de put met behulp van de pomp met grondwater gevuld worden om de grazende koeien van water te voorzien. In die zelfde omgeving van de zigeuners was ook een bron. Het water kwam er als een half bolletje uit de grond. Aan de overkant van de weg, dus links, lag de wei van Rompelberg. Deze wei, vanaf Hoeve Waterrijk tot aan de Kanjelbeek werd door Rompelberg gepacht. Aan de overkant van de beek was het terrein bosrijk en moerassig met veel kikkers en salamanders en werd “de Benete” genoemd; in documenten staat het gebied vaak als toponiem “Honsbemden” vermeld.
De trein
Aan de Meerssense kant kwam de Gieskensputweg uit op Mariënwaard/ Kruisdonk (het verlengde van de Meerssenerweg). Daar kon je de weg oversteken richting Vaeshartelt om vervolgens twee spoorlijnen over te steken, net zoals nu. De eerste spoorlijn is de spoorlijn Maastricht-Aken en de tweede is de spoorlijn Maastricht-Amsterdam. Op 23 oktober 1853 was de opening van de spoorweg Maastricht-Aken en werden langs deze spoorlijn enkele wachtgelegenheden (haltes) geopend; onder andere een ter hoogte van Vaeshartelt en een ’n stukje zuidwaarts in het toenmalige buurtschap Mariënwaard. Het is bekend dat mijnwerkers uit Amby bij de halte Vaeshartelt de trein namen naar Heerlen/Simpelveld om van daaruit lopend naar de mijn te gaan. Er waren indertijd in de omgeving van Amby meerdere plaatsen om op te stappen, in volgorde: Maastricht, Limmel, Mariënwaard, Vaeshartelt, Rothem, Meerssen. De Gieskensputweg had dus ook een functie voor het openbaar vervoer. De wachtgelegenheden bij Vaeshartelt en Rothem werden gesloten op 15 mei 1935; die bij Mariënwaard precies twee jaar eerder.
Kruismolen
Vanuit de Gieskensputweg richting Vaeshartelt ligt vóór de spoorwegovergang aan de rechterzijde een grote villa, villa Kruisdonk. De villa is in 1880 gebouwd. Daarvóór stond op die locatie een molen, de Kruismolen. De molen was omgeven door een vierkante gracht. Bij de aanleg van de villa in 1880 is de gracht gewijzigd in een vijverpartij. Vóór de Franse tijd, toen Amby nog bij Meerssen behoorde, werd in de molen regelmatig vergaderd door de bestuursleden van de schepenbank Meerssen. Als de Ambynezen hun gronden moesten “aanbrengen” (een soort belastingaangifte), dan vond dat in deze molen plaats. Vanuit Amby gezien was de Gieskensputweg de kortste weg naar de molen en dus niet onbelangrijk.
Zie ook
Moord in het Pötsje. Op 7 januari 1917 werd bij de Gieskensputweg een beestachtige moord gepleegd. De moord werd ontdekt door een mijnwerker uit Amby die ’s nachts per trein aankwam en via het Pötsje huiswaarts ging[5].
Bronnen, noten en/of referenties
|