Hagenstraat. Van oud naar nieuw
De verandering

Na de annexatie in 1970 van Amby door Maastricht is de identiteit van ons dorp enorm veranderd. Dat geldt niet alleen voor het groot aantal nieuwe inwoners, maar ook voor de diverse voorzieningen, de middenstand, het Amies dialect, de verenigingen en het aantal en karakter van veel straten. Als één straat in Amby van karakter is veranderd, dan is het wel de Hagenstraat. Of voor de oudere inwoners D’n Hageweeg.

Het Dorp van Wim Sonneveld
Thuis heb ik nog een ansichtkaart waarop een kerk een kar met paard, een slagerij J. van der Ven
Een kroeg, een juffrouw op de fiets
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, maar het is waar ik geboren ben
Dit dorp Ik weet nog hoe het was
De boerenkind‘ren in de klas
Een kar die ratelt op de keien
Het raadhuis met een pomp ervoor
Een zandweg tussen koren door
Het vee, de boerderijen
En langs het tuinpad van m'n vader
Zag ik de hoge bomen staan
Ik was een kind en wist niet beter
Dan dat 't nooit voorbij zou gaan ……
(Wim Sonneveld. 1974)
Waterafvoer
Vlak nadat er in mei 1957 een enorme plensbui was gevallen, stroomde het regenwater van de hoog gelegen hei ten oosten van Amby richting het dieper gelegen Maasdal. Een grote stroom modderwater, die niet de verzadigde grond in kon trekken, raasde via de Koedreef het verlengde van de Hagenstraat, richting de bebouwde kom van Amby. De Hagenstraat was toen nog niet geasfalteerd, wel half verhard , een veldweg vanaf Molenweg tot aan de Hagerpoort. Kinderen speelden op zo’n dag met lucifers, met instemming van hun ouders. Ze gooiden elk ’n paar lucifers ter hoogte van het kruisbeeld aan de Molenweg in de ‘woeste’ snelstromende regenafvoer en volgde deze dan in een wedstrijd wiens “zjwegel” het eerste bij Bessems op de hoek van de Hagenstraat / Dorpsstraat / Eindstraat, in het kolkende riool dook. Uiteraard werd hierbij gefoeteld.
Veur ’t Hoes
Terug naar het lied van Wim Sonneveld, dan is een verkenning wel op zijn plaats in 1957. Komende van de Dorpsstraat (Ambyerstraat Noord) oostwaarts richting Tiendschuur en verder, werd, uitgezonderd het statige pand van de Fa Soons (1895) het beeld bepaald door een aantal oude woningen, waarvan sommige een opknapbeurt zouden kunnen gebruiken. Naast het grote pand van Soons stond de kleine oude witte boerderijwoning van Knubben, dan de buren: de gezusters Net en Berb Matti, die wekelijks met hun ‘soepgroenten’ naar de Maastrichtse markt trokken. Daarnaast volgde de moestuin en boerderijtje van Harie Seyben, de man wiens paard automatisch stopte voor de lokale horeca. Achteraan de naastliggende ‘vaart’ (oprit) woonde Franssen, hun zoon Wiel bestierde later nog café de Keizer. Naast diezelfde vaart, lag het oude huis van de familie Fraats en daarachter, haaks op de woning van Fraats, met vrij zicht op de weilanden stond de woning van Soudant. De overzijde was minder in aantal. Het hoekhuis Dorpsstraat/Hagenstraat ter rechterzijde was de boerderij Bessems, later Kallen-Bessems, gevolgd door de 2 kleine hoger gelegen woningen waar de familie Hermans en Cabo, (later Coenen) woonden. Daarnaast lag de langgerekte moestuin van de familie Damoiseaux, die in die jaren de boerderij van de Tiendschuur bewoonde en er bedrijf hadden en in het aangrenzende Herenhuis, in eigendom van de Familie Regout, woonden achtereenvolgens Mevrouw Van Berkel, en daarna het echtpaar notaris Hoeffer-Dallinga. De Hagenstraat was destijds een weg die leidde naar het buitengebied, dat in hoofdzaak gebruikt werd als landbouw- en veeteeltgebied. Er trok dagelijks een beperkt aantal tractoren, of een kar met paard op weg naar het veld. Ten oosten van de Molenweg tot boven op de zogenoemde hei. Weilanden afgewisseld met landerijen. Er werd geploegd, gezaaid en geoogst omdat weer elk jaar van vooraf aan te herhalen. Als uitvalsweg was de Hagenstraat een heel rustige weg, gemarkeerd door lange meidoornhagen, waar de jongens nog naar hartenlust konden voetballen op straat, als ze dat al niet deden in de wei tegenover de Tiendschuur, genaamd “Veur ’t Hoes”, totdat het om ongeveer 6 u ’s avonds ‘druk’ werd, dan passeerde de vrachtauto van transportbedrijf Frans Meessen en moesten de voetballers even wijken. De meisjes konden er touwtje springen, of kalkten hun ‘hinkpot’ op de weg. Het leven was er kalm en rustig. Tevredenheid alom.
Een sprong naar 2021
In 2001 is door de gemeente Maastricht het stedenbouwkundig plan opgesteld voor Ambyerveld, een nieuwe woonwijk aan de noordzijde van Amby. Het gebied zal met name voorzien in de behoefte aan vrije sector kavels binnen de gemeentegrenzen van Maastricht. Het gebied heeft in het bestemmingsplan Terraspark/Ambyerveld de bestemming woondoeleinden gekregen. Een van de straten die moest gaan dienen als ontsluiting voor dit gebied is de Hagenstraat. Zoals eerde beschreven, een straat met geschiedenis. Die heel ver terugvoert. In het archeologisch onderzoek uit 2006 wordt zelfs melding gemaakt van ‘een deel van een Romeinse weg’ nabij de Tiendschuur. Het toekomstig woongebied werd opgedeeld in grote kavels. Nieuwe straten kregen nieuwe namen, wier naam zijn oorsprong vindt in 'de Muntschat van Amby', zoals Stater, Regenboogschotel. Een mooie ruime wijk ontstaat in 2021 met in hoofdzaak wit geverfde woningen, zoals het plan van de stad ook voorschrijft. Waar echter in het oorspronkelijk plan voor de mooie lange meidoornhagen een beeldbepalende plek was voorzien, zien we, dat ze nu, na realisatie van het hele plan, jammer genoeg verdwenen zijn.
Gemiste kans. Jammer van die ene naam
In het bovenstaande, wordt beschreven dat er volop gespeeld werd in de wei tegenover de Tiendschuur, Een boom vormde een doelpaal en een opgevouwen jas was de andere, en rond diezelfde boom werd een dag later touwtje getrokken, of er werd in geklommen. Als er niet gespeeld werd, dan liepen de koeien er lekker te grazen, niet bewust, passeerden ze de doellijn regelmatig. Fruit, bv ‘sjnie-eppelkes’, werd er geplukt. De pilaren, tegenover de grote inrijpoort, hekpijlers in het plan genoemd, die als cultuurhistorisch element in het onderzoek opgevoerd worden, zijn gelukkig in ere hersteld en ze waren wezenlijk onderdeel van het spel van de speelgrage jeugd. Ze dienden de ene keer als uitkijkpost, dan weer als verstopplek. Kortom ze waren onderdeel van “Veur “t Hoes”. Dagelijks was er reuring “veur ’t Hoes”, zoals dat stuk wei door de jaren heen, in de buurt genoemd werd. Het is dan ook een gemiste kans, dat het aangelegde grasveld, pal voor de Tiendschuur in het beeldkwaliteitsplan De Voorhof wordt genoemd. Jammer.
Voorstel aan de Straatnamencommissie
Hoewel de naam Voorhof nog niet officieel is, verdient het aanbeveling te overwegen door de daartoe bevoegde commissie, om het grasveld een officiële naam te geven, op basis van boven beschreven argumenten: 'VEUR ‘T HOES'
Bronnen, noten en/of referenties
|