Heel Nederland op de film
"Heel Nederland op de film".
Aldus luidt de kop van een persbericht uit 1950, ondertekend door de voorzitter van de Nederlandse Federatie van Harmonie-en Fanfaregezelschappen, C.G.M. van Riel. De Federatie licht hierin haar “Landelijke Filmactie” nader toe, waarbij "iedere inwoner van Nederland, die in een plaats beneden 20.000 inwoners woont, zichzelf eens als filmster op het witte doek zal kunnen gaan zien". Ook Amby kwam op de film.
Een landelijke filmactie
Het gaat hier om een filmactie, die was opgezet door een Enschedese zakenman Johannes Willem Lambertus Adolfs. Zijn aanvankelijke doel met deze filmactie was reclame te maken voor de muziekverenigingen in alle Nederlandse dorpen en kleine steden. Deze ‘Landelijke Filmactie’ van Adolfs bleek bijzonder succesvol. Tussen 1948 en 1970 filmde hij, of liever gezegd: gaf hij opdracht, tot het filmen van zo’n 1500 dorpen in Nederland. De plaatselijke verenigingen waar hij reclame voor wilde maken waren muziekverenigingen. Echter ook andere verenigingen werden er al snel bij betrokken, zoals schuttersverenigingen, Comités voor Ouden van Dagen, Jonge Boeren, Plattelandsvrouwenverenigingen en dergelijke. In Amby was het Harmonie St. Walburga die verantwoordelijk werd voor de gemeentefilm.
De uitgangspunten
De opzet van de film was een bewegend foto-album van het dorp te maken, waarbij zoveel mogelijk activiteiten, verenigingen en inwoners getoond werden. "Het wordt dus een gemeentefilm van, over en door de plaatsgenoten", aldus een brochure, “waarbij zoveel mogelijk verenigingen in de dorpen en kleine steden van Nederland voor de camera gebracht worden". De verwachting was dat door het geven van een zo volledig mogelijk beeld van het alledaagse dorpsleven, compleet met zoveel mogelijk portretten van inwoners, een maximaal aantal inwoners de latere vertoningen zou bijwonen en aldus de kas van de opdracht gevende vereniging gespekt zou worden. Ook was de verwachting dat de reclame voor de vereniging er toe zou leiden, dat er zich nieuwe leden of donateurs zouden melden. Het is niet duidelijk of onze harmonie dit doel ook voor ogen had en of het tot een toename van nieuwe leden heeft geleid.
Het was expliciet niet de bedoeling om de films te vertonen buiten het dorp waar ze opgenomen waren. Daarvoor waren ze teveel lokaal gericht. Op het affiche dat de inwoners op de filmvertoning attendeerde vermeldde Adolfs: "De plaatselijke film is geen kunstzinnige, filmische documentaire over de plaats, doch een gezellige film met jong en oud als 'filmsterren'". Om daaraan toe te voegen: "De garantie wordt gegeven dat men de toegangsprijs terug ontvangt wanneer er niet hartelijk wordt gelachen".
De werkwijze
Adolfs' werkwijze was gebaseerd op een ingenieus systeem, dat voor alle dorpen en steden in principe gelijk was. Dit systeem was erop gericht om het financiële risico voor zowel Adolfs als voor de deelnemende verenigingen zo klein mogelijk te houden. Globaal kwam het erop neer dat de vereniging een vast bedrag uit de opbrengsten kreeg. Van de opbrengsten die boven dit vaste bedrag binnenkwamen mocht de vereniging 80 % behouden, de overige 20 % ging naar Adolfs. De opbrengsten bestonden uit de recette van de filmvoorstellingen, plus de gelden die binnenkwamen uit de reclame voor de plaatselijke middenstand. Voor een bepaald bedrag konden de lokale winkeliers zich namelijk van tevoren opgeven om in beeld te komen.
De brochure beschrijft: "Buitenopnamen van de zaak (al of niet met U zelf en Uw personeel er op) waarbij, wat winkels betreft, de naam op de etalage naar voren zal springen, kost f 20.-" Hetzelfde, maar dan wordt er gesproken commentaar aan toegevoegd (U spreekt dit zelf niet uit, maar de door U later op te geven tekst wordt, zonodig gewijzigd, aan de film toegevoegd; U behoeft dus de tekst niet klaar te hebben bij de opnamen: f 35.-". De film over Amby toont enkele opnamen van middenstanders, bijvoorbeeld bakkerij Nijssen. Of deze bakkerij daarvoor in de buidel heeft getast is (nog) onbekend.
Gemeenschapszin
Om een maximum aantal toeschouwers te trekken tijdens de vertoningen van de "Gemeentefilm", werden er zoveel mogelijk plaatselijke verenigingen en bewoners op film vastgelegd. Hierbij speelde de sociale cohesie in het dorp of plaats een cruciale rol. "Belangrijk is namelijk, dat iedereen iedereen kent. Dan is men nieuwsgierig genoeg om naar de vertoning te komen. Immers: buurvrouw staat er ook op. Er moet dus nog een zekere binding zijn", aldus cameraman Jan Barnier in een artikel van het Nieuwsblad van het Noorden van 15 september 1966. Niet alleen had men zo de behoefte om iedereen op film te zien, maar tevens was de sociale controle zó groot dat het niet gewaardeerd werd als men niet naar de vertoning ging. Alleen dorpen boven de 700 en onder de 10.000 inwoners kwamen uiteindelijk in aanmerking voor het maken van een film. Onder de 700 personen was het niet lucratief, omdat er dan te weinig mensen naar de voorstelling zouden komen. Boven de 10.000 inwoners was de onderlinge saamhorigheid te klein om mensen naar de voorstellingen te lokken, zo werd gedacht.
Planning en uitvoering
Er werd een zeer strak opname -en projectieschema opogesteld. De opnamen werden in de zomer gemaakt, in principe van april tm. september; afhankelijk van het aantal aangemelde verenigingen kon dit langer of korter zijn. De cameraman kon dan maximaal van het aanwezige daglicht profiteren. 's Winters werd er met de films langs de opgenomen plaatsen getoerd.
De opnamen werden verzorgd door twee personen: een cameraman en een chauffeur. Deze laatste nam tevens het geluid op, bediende af en toe de tweede camera of verzorgde tijdens binnenopnamen het licht. De projecties werden door één man verzorgd, meestal de cameraman van het zomerseizoen. Deze deed alles: de bus rijden, de projectie -en geluidsapparatuur opstellen en bedienen en vaak ook nog eens een explicatie bij de film geven. Het personeel moest door de plaatselijke vereniging gehuisvest en gevoed worden, zodat daar voor Adolfs geen kosten aan verbonden waren. Hoe dat in Amby werd geregeld is onbekend.
Om zo economisch mogelijk te reizen, bepaalde Adolfs het opname - en projectieschema. De verenigingen hadden daar geen zeggenschap in, tenzij ze bereid waren daarvoor flink extra te betalen. Het schema werd opgesteld aan de hand van geografische nabijheid, zodat er zo weinig mogelijk gereisd hoefde te worden op de zeer lange werkdagen. Tevens bleven op deze manier de benzinekosten tot een minimum beperkt en konden er zoveel mogelijk dorpen en plaatsen in een zes -, soms zelfs zeven -daagse, werkweek gepland worden.
De opnamen
Als eenmaal het schema was opgesteld, werden de opnamedata doorgegeven aan de contactpersonen in de dorpen en plaatsen. Elke te filmen plaats had een contactpersoon, meestal een plaatselijk lid van de deelnemende vereniging. Hij of zij moest de door Adolfs voorgedrukte brieven, waarin de plaatselijke verenigingen werden uitgenodigd tijdens de opnamedag aan de grote optocht deel te nemen, aan de in die plaats aanwezige verenigingen versturen. Tevens moest deze contactpersoon de Filmkranten, waarin de opnamen werden aangekondigd, huis aan huis laten verspreiden: "….Filmstad! Grootse dingen staan hier voor de deur..". In deze krant stond een door Adolfs opgemaakte “standaardbrief van de burgemeester”, waarin hij de Filmactie van harte toejuicht. Tevens stond in de krant het opnameschema voor de filmdag vermeld.
De opnamen voltrokken zich altijd volgens een vast stramien: ‘s morgens kwam de opnamewagen het dorp binnenrijden. Eerst werden het gemeentehuis, burgemeester en personeel gefilmd, gevolgd door de scholen met de schoolkinderen en daarna karakteristieke doorkijkjes en plaatjes. Tijdens het rondrijden van de opnamewagen werd muziek ten gehore gebracht. Dit moest de mensen uit de huizen lokken, zodat ze gefilmd konden worden. Dat gebeurde vaak vanaf het dak van de opnamewagen om ze in hun "dagelijkse doen" te betrappen. 's Middags waren er demonstraties van de verschillende verenigingen in de plaats. Tussendoor werden zoveel mogelijk inwoners van het dorp gefilmd in hun gewoonlijke doen en laten. 's Avonds was er een optocht van alle plaatselijke verenigingen.
Filmopname in Amby
In Amby verloopt de opnamedag op dinsdag 19 mei 1953 precies volgens planning. Vroeg in de ochtend verschijnt de voor die tijd modern uitgeruste filmreportagewagen bij het gemeentehuis, waar het “vizier” wordt gericht op burgemeester Mr. George Spauwen, gemeentesecretaris M.Lamkin, alsmede het secretarie-personeel en loketbediening. Ook wordt er een "echte B en W.-vergadering" op de gevoelige plaat vastgelegd.
De jeugd van Amby wordt gefilmd tijdens een bezoek aan de scholen. Op de film worden de jongens op de toenmalige jongensschool, gelegen aan de Ambyerstraat Zuid, gefilmd. Daarna komen de kleuters van de kleuterschool aan de beurt. De kleuterschool, voor jongetjes en meisjes, bevond zich in het klooster aan de Longinastraat, waar ook de meisjesschool gevestigd was. De meisjes komen ook in groten getale in beeld. Let op de grote strikken in het haar, die kenmerkend zijn voor die tijd. Een oudere inwoonster van Amby liet zich eens ontvallen dat ze die strikken haatte...
Wat opvalt is het enorme aantal kinderen. We schrijven 1953, amper 10 jaar na de oorlog. Nederland en ook Amby bevindt zich midden in de zogenaamde baby-boom, die rond 1955 tot een einde komt. Amby heeft een jongensschool die, in tegenstelling tot de meisjesschool en kleuterschool, niet wordt gerund door religieuzen (nonnen). Wellicht is dat toe te schrijven aan het feit dat deze jongensschool gestart is als openbare school en later (jaren 1920) pas een Rooms-Katkolieke signatuur kreeg.
Maar voordat de scholen in Amby zelf gefilmd worden, wordt de camera eerst op het gezinsvervangend tehuis bij Huize Severen gericht. Ook hier zien we enorme aantallen kinderen.
Daarna begint een zwerftocht door de gemeente Amby. Grappig is het soms om te zien hoe de vrouwen en meisjes wegvluchtten voor de camera. Vrijwel alle vrouwen dragen thuis een schort. De dames lopen niet weg omdat ze onsympathiek tegenover of bang voor de camera waren, maar alleen omdat zij niet met een vies schort (" ‘ne vèttige sjolk”), of "op kloompe en mét de krolsjpange in" op de film willen staan. De snelheid van dit weglopen was niet genoeg om het seconden-werk van de camera te evenaren en levert nu achteraf vermakelijke plaatjes op.
Een filmtruc
Om sommige mensen te kunnen filmen maakt de opnameploeg gebruik van een simpel trucje. De begeleider van de cameraman vraagt naar het adres van een zekere mijnheer Driek Berghuis, die in Amby zou moeten wonen. Uiteraard wist niemand hierop het antwoord, maar velen worden zo, al schouders ophalend en ernstig ontkennend met de armen geheven, alsnog gefilmd. Dit is een ongekend fenomeen in onze huidige tijd (2023) van privacybescherming, maar toen volgde een gulle lach op het feit dat ze even waren beetgenomen.
Alle karakteristieke plekjes van Amby van toen, afgewisseld met typische dorpstafereeltjes vinden hun weg naar de lens van de cameraman.
Middagopnamen
In de namiddag wordt een speciale opname gemaakt van een demonstratie van de plaatselijke brandweer op de Heukel, de latere terreinen van voetbalvereniging RKASV. Vermeldenswaard is dat er ook een partijtje voetbal van RKASV gefilmd wordt. Waarschijnlijk gebeurt dit dan nog op het voetbalveld aan de Severensteeg, op de grond van de familie van der Linden. Nog datzelfde jaar verhuist de voetbalclub naar de terreinen op de Heukel.
Hierna is het de beurt aan de plaatselijke verenigingen: de Ruiterclub, zanggroepen, gidsen (scouting), Jonkheid en uiteraard de harmonie, die allemaal in optocht langs de opnamewagen trekken.
In zaal Huben aan de Severenstraat werden na afloop geluidsopnamen gemaakt. Na de optocht worden er vervolgens van muziek- en zangverenigingen enkele geluidsopnamen gemaakt. Deze opnamen moesten tijdens de filmvertoning in de winter als omlijsting van de film dienen, samen met gesproken commentaar van - meestal - de cameraman of anders van een "goed van tongriem gesneden" lokale persoonlijkheid. Helaas is het (nog) niet gelukt deze geluidsopnamen boven water te krijgen. Naar verluidt zijn daar platen van gemaakt, die wellicht aan geïnteresseerden zijn verkocht. De film zoals hier op de site vertoond, is dus helaas zonder geluid.
De vertoningen
De vertoningen van de films in de dorpen werden min of meer identiek aan de opnamen georganiseerd. Er werd door Adolfs een projectieschema opgesteld, waarbij geografische nabijheid het belangrijkste criterium was. De contactpersoon van de harmonie werd weer ingeschakeld om de kranten te verspreiden, waarin de vertoning werd aangekondigd. Tevens moesten er in Amby affiches verspreid worden en ook hier was de contactpersoon van de harmonie verantwoordelijk voor. De films heetten zonder uitzondering: "Hoe het hier reilt en zeilt" en werden in de filmkranten en op de affiches aangekondigd als: "De Plaatselijke Film" of "De Gemeentefilm". De kop van de krant was steevast: "Eindelijk is het zover! De Plaatselijke Film Komt".
Van deze filmkranten, als die al in Amby zijn verspreid zijn - want daarover is niets bekend, stonden voor die tijd relatief veel reclameadvertenties. Pepsi-Cola, Caballero, Supra Koffie, Buisman Koffie, Samson Shag en nog meer adverteerders zijn prominent aanwezig in die Filmkrant. Bovendien had Adolfs een speciale actie bedacht in samenwerking met het wasmiddel Echfalon. De kinderen die met een leeg pakje Echfalon naar de speciale kindervoorstelling kwamen, hadden gratis entree. In ruil voor deze reclame betaalde Echafalon een deel van de investeringen die Adolfs voor zijn filmactie moest doen, zoals de onkosten voor camera's, opnamewagen en filmmateriaal. Het is niet bekend of er in Amby speciale vertoningen werden georganiseerd voor kinderen, of bejaarden. Ook over de Echfalon-actie is wat betreft Amby helaas niets bekend.
Vertoning in Amby
De vertoning moest plaatshebben in zalen waar voor minimaal 125 mensen plaats was, om een minimumrecette te waarborgen. Tevens mochten de zalen niet te groot zijn; de voorstellingen konden alleen plaats hebben in zalen die ten hoogste ca. 25 meter lang waren. Dit kwam door het formaat van het gebruikte filmmateriaal: dubbel 8mm. Bij grotere zalen zou de projectie niet meer scherp zijn, tenzij de projector midden in de zaal zou komen te staan. Maar in dat geval zouden de mensen achterin geen goed zicht meer hebben en bovendien te ver van het doek af te komen zitten. Er worden in ieder geval twee avondvoorstellingen georganiseerd.
In bovenstaand artikel uit de “Gazet van Limburg” van 18 oktober 1953 lezen we dat er inderdaad twee avondvoorstellingen plaatsvonden. Per avond waren er zelfs twee voorstellingen. Blijkbaar viel de film erg in de smaak. De zaal die men koos was de theaterzaal boven de jongensschool. Enkele jaren voor de opheffing van de school (inmiddels voor meisjes én jongens) is deze zaal gesloopt en verbouwd tot leslokalen. Hoeveel plaatsen er precies beschikbaar waren is niet geheel bekend, maar de zaal voldeed in elk geval voor de vertoning van de gemeentefilm. Het interessante bijprogramma bestond uit de vertoning van films met de in die tijd populaire komieken "Abbott en Costello" of "Laurel en Hardy", ook wel bekend als "de Dikke en de Dunne". De organisatie van Adolfs had zo'n zes 16mm films in bezit, die hij zelf gekocht had. Behalve de dubbel 8mm projector moest er dus ook een 16mm geluidsprojector in de zaal opgesteld worden voor het voorprogramma. Dat zal zeker niet kosteloos zijn gebeurd.
Het vervolg
De Filmactie van Johan Adolfs was een eclatant succes gebleken. Het merendeel van de reacties van de harmonie en de inwoners van Amby was zeer lovend en de harmonie heeft de film, inclusief de aureurrechten, aangekocht. Of er ook geluidsopnames bij zijn aangeschaft is onbekend.
De oorspronkelijke film is daarna nog een aantal keren vertoond. In 1959 heeft de harmonie hem nog eens vertoond om de kas te spekken. In 1969 werd de film nog een keer afgespeeld tijdens een groot wijn- en bierbal in het gemeenschapshuis, zoals de Amyerhoof toen nog werd aangeduid.
Daarna is de film voor lange tijd in het archief van de harmonie verdwenen, totdat een inwoner van Amby de film heeft opgedoken en ergens begin jaren 1980 heeft laten kopiëren naar een VHS-videoband. Deze videoband is daaropvolgend ook weer gekopieerd en daar zijn ook weer kopieën gemaakt, waarna weer kopieën van kopieën... In het digitale tijdperk van nu kan er eindeloos gekopieerd worden zonder kwaliteitsverlies. In het videotijdperk ging dat helaas niet, zodat er in en buiten Amby een onbekend aantal exemplaren van de film - of slechts delen hiervan - circuleren van redelijke tot zeer slechte kwaliteit.
De betekenis van de film
Ondanks dat Adolfs benadrukte dat het ging om het tonen van het verenigingsleven in een dorp of stadje en dat dit tot meer belangstelling daarvoor zou moeten leiden, is te concluderen dat gezien de gehanteerde werkwijze het gewoon een verdienmodel was. De heer Adolfs en zijn medewerkers waren daar uiteindelijk ook heel duidelijk over. Nu, in 2023 en precies 70 jaar later, mogen we concluderen dat het vooral voor die gefilmde dorpen en steden - en hier voor wat Amby betreft - om een zeer belangrijke cultuur-historische erfenis gaat. Als men de film bekijkt, dan wordt hier het Amby getoond in al zijn dorpse eenvoud zoals het er al lang min of meer aan toeging. Niets wees er toen op dat het dorp enkele jaren later wat bebouwing betreft twee tot driemaal zo groot zou worden. De beelden uit de film tonen de toenmalige straten en buurten. We zien de Kloosterstraat (Longinastraat), Hoofdstraat en Kerkstraat (Ambyerstraat Zuid), d’n Heukel, de kerk, de Dorpsstraat (Ambyerstraat Noord), de Hagenstraat, In de O (De Doei) en de Eindstraat (Ambyerstraat Noord).
De enige enigszins grootschalige nieuwbouw van na de oorlog bevond zich destijds alleen in de Kloosterstraat. Een jaar of twee later verrees als gevolg van toenemende woningnood echter al de eerste complete nieuwbouwbuurt, waarbij een heuse flat met drie verdiepingen: Van Slijpestraat (zuidelijk deel), Westrand, Hélène Schoenmaeckersstraat, Severenplein. Vanaf dan begint Amby stedelijke trekjes te krijgen, voorgoed doorgezet na de annexatie van 1970 en de snelle ontwikkeling van nóg meer buurten.
Ook de man-vrouw verhouding laat zich duidelijk gelden. De vrouwen zijn merendeels in huishoudelijk outfit te zien met "de sjolk”, de mannen veelal werkend op het land of “lanterfantend” voor hun huis. Wellicht waren ze voor die dag klaar met hun werk bij de baas. De jongens en meisjes zijn op school duidelijk van elkaar gescheiden. Zelfs de verenigingen bestonden of alleen uit vrouwen en/of meisjes (gidsen) of alleen uit mannen (harmonie, jonkheid en zangkoren).
Nu
Via de link die onderaan dit verhaal is gevoegd kan iedere geïnteresseerde vanaf nu de oorspronkelijke versie, rechtstreeks van de 8mm film van Adolfs gedigitaliseerd, bekijken. De kwaliteit hiervan is even goed als de oorspronkelijke film. Hiermee is het “origineel” weer veilig teruggekeerd in het archief van de eigenaar: de harmonie.
De film
De film van en over Amby laat een mooi tijdsbeeld zien van 1953 en is zonder meer een mooi cultuur-historisch document.
Ondanks de veranderingen van de laatste decennia zijn er heel wat herkenbare plaatsen te zien. Daarnaast zijn er wellicht mensen zijn die zichzelf of familieleden herkennen. Heel wat redenen dus om de film helemaal te bekijken. Omdat dit enige tijd in beslag neemt, geven we de film weer in twee delen, van respectievelijk ca. 20 en 16 minuten.
Deel 1: Gemeente, scholen, portretten, karakteristieke plekjes.
Deel 2: Portretten, karakteristieke plekjes, vrijwillige brandweer, verenigingen/optocht, harmonie.
Bronnen, noten en/of referenties
|