Historie van C.V. De Sjlaaibök 1: De oprichting

Uit Amiepedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Logo van het 66-jarig jubileum

In dit hoofdstuk uit de rijke historie van de Sjlaaibök wordt teruggekeken naar de oprichting van de vereniging en het formeren van de eerste Raad van Elf van Amby. Een Raad, die tijdens het Carnaval toen en nu het gezicht is van de Sjlaaibök.

In den beginne…

Zoals in geheel Limburg herpakte zich direct na de oorlog het verenigingsleven in alle dorpen. Zo ook in Amby. Aan het begin van de vijftiger jaren van de 20ste eeuw waren de Sjlaaimetten van Amby al vermaard. Dit waren de vrouwen die op vrijdag naar de weekmarkt in Maastricht gingen om daar hun zelf geteelde groente te verkopen. Zo ontstond tussen deze dames een hechte band. Ze vormden een eigen vereniging, waarvan de dames het visitekaartje waren en hun mannen zorgden voor de nodige andere werkzaamheden: de Sjlaaimetten. Naast de verkoop van groenten waren onze Sjlaaimetten niet afkerig van feestvieren. Ze organiseerden optochten, oogstfeesten en kozen uit hun midden een Sjlaaikoningin. Uit de overlevering is nog bekend dat zij een van de hoogtepunten vormden bij de onthulling van het standbeeld van het Mooswief in 1956 op de markt in Maastricht.

In Maastricht en op vele andere plaatsen werden na de oorlog de eerste Carnavalsverenigingen opgericht. In Amby was dat toen een bijna onmogelijke zaak, omdat tijdens het carnaval het zogenaamde 40-uren gebed was ingesteld. Pastoor was in die tijd een echte autoriteit in het dorp en wilde er niet aan om dit, ondanks aandringen, te verzetten. Pas na de komst van Pastoor Mertens in 1954 lukte dit wel en werd de intensieve gebedsperiode verzet naar de Kersttijd. Nu kon men beginnen met de organisatie van het echte Carnaval in Amby.

De voorbereiding

In 1954 namen een aantal mensen hiertoe het initiatief. Hierbij waren de gebroeders Harrie en Sjeng Crijns, Thei Winands (“de Zwever”), Jef Pieters (hij is meer dan 33 jaar lid van de Raad van Elf geweest) en Jef In de Braek (“d’n Ezel” - hij was de opa van Jerome Gelissen,dus deze heeft het niet van een vreemde!). Net als nu moest ook toen eerst geld in de kas komen en men organiseerde een voetbal wedstrijd op ‘t Kempke, het toenmalige kermisterrein (nu Lindenplein). Men had overal aan gedacht en er was zelfs een bakfiets die diende als brancard om eventueel gewonden spelers naar het ziekenhuis te vervoeren. In de rust werd de thee verzorgd door de gezamenlijke kasteleins, dus er werd weinig thee gedronken. Toen de kruitdampen waren opgetrokken werd de kas opgemaakt en de opbrengst bedroeg fl. 32,08. Een jaar later speelde men wederom een voetbalwedstrijd: Amie tegen de rest van de Europa. De opbrengst nu was meer dan verdubbeld: fl.75,00.

De eigenlijke start

1956: de oprichting van De Sjlaaibök in de krant

Op 11 oktober 1955 werden alle verenigingen gevraagd om een afgevaardigde te sturen naar de oprichtingsvergadering bij Café ”De Twie Lampe“ (café Linkens, later bekend als De Knaus), zodat de vereniging een breed draagvlak had bij de hechte gemeenschap van Amie. Uit het artikel dat toen in de Nieuwe Limburger stond bleek dat het motto van de nieuwe vereniging was: “ Weg mét ‘t Zoermoosgeziech van Amie”. De naam werd unaniem gekozen en was een verwijzing naar de roemruchte Sjlaaimetten: Carnavalsvereniging De Sjlaaibök.

De eerste Raad van Elf

1956: de eerste Raad van Elf met Prins Rie I Limpens

Toine Linkens ( Lappe Twan) had een stoffeerderei en hij regelde het stof voor de uitmonstering. Er werden capes en mutsen gemaakt in de verenigingskleuren blauw en wit. Deze verwezen weer naar voetbalclub RKASV. Het werd een vereniging van en voor Amie. Iedereen in de Raad van Elf had of kreeg een bijnaam. Zo werd voorzitter Jef In de Braek “d’n Ezel” genoemd, met een verwijzing naar zijn afkomst uit Oost Maarland. Secretaris en ceremoniemeester Thei Winands was “Kakelebet” en penningmeester Jef Piters werd “Hotjuu“ genoemd omdat hij lid was van de Ruiterclub. Verder waren bijna alle verenigingen in deze eerste Raad van Elf vertegenwoordigd en zo had men al snel een hechte band met alle verenigingen. Dit laatste is gelukkig tot op de dag van vandaag nog zo.

Samen werd een programma gemaakt, compleet met carnavalszittingen, optocht en Sleuteloverdracht op het gemeentehuis van Amby. Hier overhandigde Burgemeester Spauwen voor drie dagen de sleutel en de macht over ’t Dörp aan de allereerste Sjlaaibokprins: Rie Limpens (bijnaam "de Meilwörm"). Daarrna trokken de Sjlaaibök, vergezeld door de Hofkapel, door Amby. Deze traditie is tot aan de annexatie in 1970 in ere gehouden.

Burgemeester Spauwen overhandigt in 1956 de gemeentesleutel aan Prins Rie I


De Sjlaaibök waren in die tijd graag geziene gasten buiten Amby, Zo hadden zij een groot aandeel in de oprichting van de Brakkeleire van Eckelrade. Zij gingen zelfs op een betaalde missie ( fl.250), met de bus naar Den Bosch, om die Brabanders uit Oeteldonk eens te laten zien hoe het echt moest.



Sinds de eerste Sjlaaibökjaren is er veel veranderd. Amby werd geannexeerd door Maastricht en het inwoneraantal is vrijwel verviervoudigd. Maar de Sjlaaibök zijn er nog altijd!



Zie ook