Historie van C.V. De Sjlaaibök 2: De Raad van Elf
In dit artikel wordt de Raad van Elf onder de loep genomen: de toch wel belangrijkste commissie van de Sjlaaibök en het visitekaartje van de vereniging “naar buiten”.
De Raad van Elf
De Raad van Elf: de naam verwijst naar het narrengetal 11, maar in de praktijk zijn er zeker altijd meer dan 11 personen betrokken bij het hart van de Sjlaaibök. De Raad Immers verzorgt altijd het representatieve gezicht van de Sjlaaibök bij alle activiteiten van de vereniging.
Uniform
De kleding bestond tot 1977 uit een zwart kostuum, waarvan de kraag was afgezet met witte revers. Elk raadslid had natuurlijk een blauw- witte muts: de kleuren van Amby. Deze twee kleuren zijn echter niet in de vlag van de voormalige gemeente Amby terug zijn te vinden, maar wel in bijvoorbeeld het logo van voetbalclub RKASV. Bij het 22-jarig bestaan werd de Raad in het nieuw gestoken - al moesten zij dit rokkostuum wel zelf betalen. We waren in 1970 geannexeerd en in het Maastrichtse liepen toen bijna alle zusterverenigingen in een rokkostuum. De Dames van de raad waren hier echt niet zo blij mee, want de heren dienden er altijd tip top op te staan en nu moesten de rokhemden nog een aparte behandeling met stijfsel ondergaan. De Sjlaaibök hadden en bieden nog altijd een regeling aan voor het betalen van dit kostbare kostuum. Wie het kostuum niet in een keer wil betalen kan daar gebruik van maken. De vereniging betaalt dan het kostuum en de leden betalen deze renteloze lening in termijnen terug.
Geen erebaantje
Lid van de Raad van Elf is niet zomaar een erebaantje, al lijkt dat wel zo als men in vol tenue het Prinsenpaar vergezelt tijdens de carnavalsactiviteiten. Meestal worden de kandidaat-leden voor de aangedragen door andere leden van de Raad of geeft men zelf aan dat men wel iets voor de Amiese gemeenschap wil betekenen. Naast het uittrekken met alle activiteiten van het prinsenpaar is er binnen de vereniging ook nogal wat “werk” te verzetten waaraan de leden van de Raad hun steentje bijdragen. Denk hierbij aan de verkoop van loten, het bezorgen van het Sjlaaiblaad, het ophalen van het “tuutsje”, medewerking aan de jaarlijkse zittingen, de violenactie enz. Verder kom je de leden van de Raad in vele andere commissies van de Sjlaaibök tegen en spelen zij een hoofdrol in de organisatie van de vele carnavalsactiviteiten. Tot voor enkele jaren bouwden de leden van de Raad ook nog eens zelf hun optochtwagen en de wagen van de jeugd op, een karwei dat in de zomermaanden al startte en vrijwel elke zaterdagochtend in beslag nam. Ook voor de partners van de leden ( de Dames van de Raad) is er wel wat werk aan de winkel in de carnavalstijd. Vanaf het uitroepen van het prinsenpaar is er geen weekend meer vrij en dient manlief er altijd gesoigneerd op te staan. Daarnaast verzorgen zij de verkoop van snoep op de kindermiddagen en wordt er gecollecteerd in de optocht. Verder is er na het uittrekken wel ergens bij een van de leden een boterham met ”huidvleisj” en een kop koffie te krijgen.
Langdurig lidmaatschap
Lid wordt je niet voor slechts één jaar, want meestal blijft men de Sjlaaibök voor lange tijd trouw. Jo Snackers en Bèr Schuimer spannen hierbij echt de kroon : beiden waren bijna 40 jaar Lid van de Raad van Elf. Jo Snackers is vele jaren de ceremoniemeester geweest, waarin hij met z’n jarenlange ervaring vele Prinsenparen heeft ondersteund en heeft voorzien van tips en trucs. Bèr Schuimer was jarenlang een gewaardeerd penningmeester. Daarnaast was hij de vaste begeleider van de Dansmarietjes. Bèr had een apart talent: tijdens het carnaval had de raad op maandag altijd een “vrije avond”. Dan trok men na de optocht toch door Amby, maar dan vrij verkleed. Bèr was dan steevast "te moe om mee te gaan", maar later op de avond kwam hij ten tonele in zijn blauwe Dansmarietjes-pakje en dan was het altijd lachen, gieren, brullen.
Over uittrekken gesproken: in vroeger tijden kregen de leden van de Raad bij de deur-aan-deur-verkoop van loten wel eens te horen: ”Geer zoep van oos duite!” Dat verkeerde imago is in de loop van de tijd wel veranderd: de leden van de Raad sparen elke maand op een speciale rekening een afgesproken bedrag, dat tijdens de carnavalsperiode “börgemeister” wordt gemaakt. En is er een tekort, dan wordt dat na carnaval verrekend met de penningmeester! Ook de uitspraak dat je als lid van de Raad niets mag drinken kan naar het rijk der fabelen verwezen worden. Het spaargeld mag dan wel worden opgemaakt, maar er wordt wel uitdrukkelijk van elk Raadslid verwacht dat de muts ook in de nachtelijke uren nog recht op het hoofd staat. In de loop der jaren zijn er heel wat Ambynezen die de muts van de Sjlaaibök hebben gedragen en daarmee hun bijdrage, groot of klein, hebben geleverd aan de gemeenschap Amie en de Sjlaaibök in het bijzonder.
Zie ook
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 1: De oprichting
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 3: Jeugdcarnaval
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 4: De Dansmarietjes
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 5: De Hofkapel
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 6: Uitroepen van een Vorst
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 7: De Drapeau
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 8: De vlag mag uit
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 9: Een eigen Carnavalslied; de Sjlager
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 10: Voorzitters en “hun” beleidspunten
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 11: Verkiezing Vastelaovesleedsje Mesjtreech 1998 in Amby
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 12: Penningmeesters
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 13: De Zittingen
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 14: Sjlaaibök - Souvenirs
- Historie van C.V. De Sjlaaibök 15: De Optocht, de straat
Bronnen, noten en/of referenties
|