Processie in Amby
De processie in Amby kent een lange geschiedenis. In vroegere jaren trokken in Amby twee processies per jaar door en rond het dorp: op 15 augustus met Sint Marie en met de zomerkermis, na WO-II op de eerste zondag van juli. Processie is een statige rondgang, een vorm van ceremonieel, dat van alle tijden en alle culturen is. De voornaamste reden is de hostie als vorm van devotie rond en uit te dragen. Er ontstond een gezamenlijke rondgang door het eigen leefgebied; een afbakening van de parochie als gemeenschappelijk gebied.
Op kermiszondag, de eerste zondag van juli, trok en trekt de processie door de straten van Amby. De processie begint en eindigt bij de kerk. Het feest der kerkwijding en het patroonfeest van de kerk (in Amby: patroonheilige St. Walburga) waren een dermate belangrijk gebeuren, dat men het noodzakelijk vond om dit ieder jaar omstreeks dezelfde tijd te herdenken. Dit steeds terugkerend parochiefeest, toen bekend als het feest der “kerckmis”, werd in latere tijden in de volksmond kortweg “kermis”. Het feest duurde van oudsher drie dagen.
Geschiedenis van Sacramentsdag
Sacramentsdag (Corpus Christi) wordt in feite gevierd op 14 juni. Dit kerkelijk feest is ontstaan door visioenen van iemand die in Luik woonde, dus vlakbij Maastricht e.o.: zuster Juliana van Cornillon (1193-1258). Ze kreeg in haar visioen van Jezus een beeld van de maan met een stuk er uit. Op haar vraag aan Hem wat dat betekende kreeg ze als antwoord dat er nog een feestdag ontbrak op de kerkelijke agenda. De Eucharistie werd weliswaar herdacht op Witte Donderdag, maar dat was in de context van het lijden van Jezus. Het zou goed zijn aan Jezus’ tegenwoordigheid in het H. Sacrament ook nog apart aandacht te schenken. De toenmalige aartsdiaken van Luik erkende dit als een kerkelijke feestdag.
Later werd deze aartsdiaken paus - Urbanus IV - en heeft hij het feest van het H. Sacrament in 1264 uitgebreid over de hele kerk. In de perioderond 14 juni - meestal de tweede zondag na Pinksteren - worden daarom her en der sacramentsprocessies gehouden, die sommige plaatsen “bronkprocessie” worden genoemd. Een geconsacreerde hostie (d.i. het Heilig Sacrament of Allerheiligste) wordt in een monstrans op plechtige wijze door een priester door de straten van een dorp of stad gedragen. De priester draagt daarbij een koorkap en loopt onder een processiehemel.
De oudst bekende sacramentsprocessie trok in 1277 in Keulen. In 1300 trok er een in Luik, de bakermat van het sacramentsfeest en in 1328 was er een in Maastricht. In de Middeleeuwse steden was deelname aan deze processie verplicht. Het stadsbestuur, de broederschappen en de gilden waren allemaal in de processie vertegenwoordigd en stelden zich daarmee onder goddelijke bescherming. In de Maastrichtse sacramentsprocessie droegen jongelingen te paard de ambachtsschilden.
De samenstelling van de sacramentsprocessie

De processie bestaat uit een afvaardiging van de dorpsverenigingen, de harmonie en op het laatst de priester met de monstrans. Dat is een mooi versierde houder van goud of zilver, waarin de hostie wordt tentoongesteld. Het was (is) gebruikelijk dat bewoners langs de route processievaantjes plaatsen. De priester loopt onder een mooi baldakijn: de Hemel. Er wordt gebeden en gezongen onderweg, terwijl de harmonie met een rustige mars het tempo aangeeft. Als het Allerheiligste (de monstrans) langs komt knielen de mensen langs de kant en nemen mannen hun hoed of pet af uit eerbied. Ook worden tijdens de processie kamers (donderbussen) geschoten. Dat wordt verzorgd door de groep Kamersjöttersj Amie als de Hemel met het Allerheiligste langs de schietplaats trekt. Als er een openluchtmis gehouden wordt schiet men ook tijdens de consecratie - het moment waarop in de H. Mis brood en wijn worden veranderd in het Lichaam en Bloed van Christus - enkele kamers af. Met harde knallen wordt hiermee dan aandacht en eerbied gevraagd.
Voorbereiding en versiering
De route wordt versierd met witgele vlaggetjes. Dit zijn de kleuren van het Pausschap en van Vaticaanstad. Soms worden er op de route zandfiguren (zandtapijten) gemaakt. In Amby worden deze zandfiguren heden ten dage nog gemaakt door de buurtvereniging van de Heukelstraat, “d’n Heukel”.Deze zandpatronen werden gemaakt om ervoor te zorgen dat de priester geen vieze voeten kreeg en hij minder snel zou uitglijden. De wegen waren in vroegere tijden immers vaak onverhard. In het verleden maakten de mensen achter hun raam of in de voordeur kleine “ altaartjes”, daar waar de processie zou passeren. Kruisbeelden, mooie kandelaars en verse bloemen werden op een mooi geborduurd kleed geplaatst.
Op de dagen vooraf gaande aan de “kerckmis” werden de straten grondig gereinigd. Zo ook in Amby. De hagen werden gesnoeid (“geschoren”) en de boerderijen opnieuw wit gekalkt. Onkruid werd verwijderd. De kinderen plukten bloemknopjes in de velden om later uit te strooien in de straten waar de processie trok. Het aanvullende groen - liguster, varens e.d. - kwam meestal van eigen hagen en uit de eigen tuin.
Om verwelking te voorkomen werd het strooisel met water besprenkeld en in de koude kelder bewaard. Voor de processie langskwam werd dit bloemenmengsel in het midden van de straat uitgestrooid. Het strooisel dat bij een rustaltaar lag werd na de processie weer opgeraapt om het thuis op de bodem van de schuur weer uit te strooien, met de vaste overtuiging (volksgeloof) dat hierdoor de muizen werden geweerd.
Ook werden er rozen gemaakt van crêpepapier, meestal door een groepje vrouwen die reepjes crêpepapier om breinaalden draaiden. Met deze rozen werden prachtige erebogen gemaakt die langs de route werd geplaatst.
Route
Vroeger trok de processie langs de grenzen van het dorp. Voor Amby was dat vanuit de kerk, Ambyerstraat-Zuid (Kerkstraat, Hoofdstraat), Bergerstraat, langs de boerderij van Prickaerts over de Molenweg, door de Hagenstraat en via de Ambyerstraat-Noord (Dorpstraat) terug naar de kerk. Onderweg was er een rustaltaar waar de mis werd opgedragen en de gewassen werden gezegend.
Tegenwoordig is er nog één processie (op de eerste zondag van juli), die jaarlijks afwisselend via een van de drie verschillende routes door het dorp trekt. Deze routes zijn ten opzichte van vroeger behoorlijk ingekort, maar er is nog altijd een rustaltaar halverwege waar het Allerheiligste wordt getoond en waar tot voor enkele jaren nog een H. Mis werd opgedragen. Om praktische redenen is er tegenwoordig eerst een Mis in de kerk, waarna de processie van start gaat.
In coronatijd
Tijdens de coronaperiode waren er aangepaste processies. Vanwege het door de overheid afgekondigde groepsverbod was er op veel plaatsen geen sacramentsprocessie. Deelname door groepen, verenigingen of harmonie was wegens besmettingsgevaar niet mogelijk. In Amby trok in 2020 alleen de priester met een klein gezelschap van het Dragersgilde, voorafgegaan door een enkele acoliet, met het Allerheiligste door de Hovenbuurt trok.
In 2021 mochten slechts 30 personen meelopen. Geen harmonie, maar mechanische muziek via een door L. Gulikers voortgetrokken geluidsbox en een rustaltaar in het portiek bij P. Keijmis aan de Van Slijpestraat, compleet met beeld van patroonheilige Walburga. Op deze manier kon er ondanks de coronamaatregelen toch een vorm van processie rondtrekken.
Kermis
In vroeger tijden kon direct na de processie de kermis beginnen! De kinderen haastten zich naar de “meulekes” en de mannen naar de plaatselijke cafés. De vrouwen gingen naar huis, want ze moesten de “knien in ‘t zoer” klaarmaken voor het middageten. In de loop van de middag kwam er vaak familie over de vloer en werd de zelfgebakken vlaai op tafel gezet. Als avondeten was er dan ook nog “kawsjotel”. Als kind mocht je in die tijd extra lang opblijven, want kermismaandag was er geen school. Je kon dan nog eens op je gemak heerlijk naar de “meulekes”.
Foto-impressie processie 3 juli 2022
Bronnen, noten en/of referenties
|