Tamme kastanje Molenweg - deel 2
Aan het begin van de Molenweg staat op het erf van de familie Prickaerts een Tamme kastanje. Het is een indrukwekkende boom en het verhaal gaat dat het wel eens de oudste boom van Maastricht zou kunnen zijn. Aan deze boom is eerder het artikel Tamme kastanje Molenweg - deel 1 gewijd. Dat artikel eindigt met de conclusie dat de Tamme kastanje van de familie Prickaerts hoogst waarschijnlijk niet de oudste boom van Maastricht is omdat enkele Zomereiken in het Cannerbos naar alle waarschijnlijkheid ouder zullen zijn en dat een jaarringonderzoek van de boom meer duidelijkheid zou kunnen geven.
Nadat dat artikel was gepubliceerd is er zowel bij de Tamme kastanje in Amby als bij enkele Zomereiken in het Cannerbos een jaarringonderzoek gedaan en kan er een beter antwoord worden gegeven op de vraag of de Tamme kastanje de oudste boom van Maastricht is. In dit artikel Tamme kastanje - deel 2 wordt hierop een toelichting gegeven.
Jaarringen
Ieder jaar wordt een boom dikker. De groei (de aanwas) vindt niet aan de binnenkant maar aan de buitenkant van de boom plaats. In de lente en de zomer groeit de boom het hardst, er worden veel en grote houtcellen aangemaakt die een lichte kleur hebben. In de herfst en winter groeit de boom veel minder en worden er minder en kleinere houtcellen aangemaakt die dichter van structuur en donkerder gekleurd zijn. In een groeiperiode van één jaar heeft de boom een “brede”, lichtgekleurde en een “smalle”, donker gekleurde schil aangemaakt. Door deze kleurverschillen ontstaan er dus ringpatronen waaraan je kunt zien hoe oud een boom is door deze ringpatronen te tellen. Zo’n ringpatroon heet een groeiring, in de volksmond jaarring.
Jaarringonderzoek
Om de leeftijd van de Tamme kastanje aan de Molenweg te kunnen vaststellen is het noodzakelijk om het aantal jaarringen in de boom te bepalen. Daarvoor werden er op 20 maart 2023 op twee plekken in de boom boorkernen uit de boom gehaald waarna de boorkernen in de Universiteit van Wageningen nader werden onderzocht op het aantal aanwezige jaarringen.
Boorkern
Hoe verkrijg je een boorkern? Een boorkern is in feite een cilindertje hout dat uit de boom wordt gehaald. Met een aanwasboor wordt een kanaaltje in de boom gemaakt van ongeveer 6 mm doorsnede. Een aanwasboor is van binnen hol waardoor het geboorde hout keurig in de vorm van een cilindertje in de boor zit. Nadat het boren is gestopt en de boor nog in de boom zit wordt door een opening aan de achterzijde van de boor een extractor ingebracht. Een extractor is een metalen, gutsvormige strip die de zelfde kromming en lengte heeft als de boor en langs de onderzijde van het cilindertje (de boorkern) wordt geduwd. Vervolgens wordt de extractor, samen met de boorkern, aan de achterzijde van de boor voorzichtig naar buiten getrokken.
Onderzoek
Nadat de boorkern uit de boom is gehaald wordt die voorzichtig ingepakt in een papieren rietje en in de universiteit van Wageningen nader onderzocht. Het aantal jaarringen wordt geteld en daarmee kan de leeftijd van de boom precies worden bepaald. Dit is de theorie. In de praktijk kan het om diverse redenen voorkomen dat niet tot het hart (de pit, het midden) van de boom is geboord; er ontbreekt dan een stuk. Het aantal jaarringen van het ontbrekende stuk is in dat geval dus niet vast te stellen aan de hand van een boorkern, maar kan wel door extrapolatie worden vastgesteld. In hoofdstuk Extrapolatie is dat nader uitgelegd.
Hoe verliep de aanwasboring op 20 maart 2023?
Met goedvinden van Pierre en Wilma Prickaerts, eigenaren van de Tamme kastanje, vond op 20 maart 2023 de aanwasboring van de boom plaats. De boring werd verricht door een specialist van Wageningen University & Research (WUR). Daarnaast waren nog aanwezig zijn assisterende echtgenote, een vertegenwoordiger en een vrijwilliger van de Bomenstichting, Chrit en Gerard Prickaerts en ikzelf (Chris van den Ende).
1e boring Tamme kastanje
Op borsthoogte werd de aanwasboor van 60 cm lengte tegen de boom gezet en al draaiende werden de eerste centimeters in de boom geboord. Iedereen keek belangstellend toe hoe zoiets in zijn werk gaat. De WUR-specialist gaf al vrij snel aan dat het boren niet goed voelde. Toen hij met de extractor de boorkern uit de boom haalde was de nieuwsgierigheid van iedereen nog groter dan kort daarvoor. Een beetje teleurgesteld moest iedereen de boodschap aanhoren: “Wat ik al dacht: dit is erg veel rot hout. Dit is geen geschikte plek. Verder boren heeft geen zin. We nemen een andere plek van de boom”.
De boorkern was ongeveer 30 cm lang. Ondanks dat deze boring geen geschikt resultaat gaf werd de boorkern niet weggegooid. De boorkern werd in een papieren rietje geschoven. Het gevulde rietje werd vervolgens aan beide zijden dichtgeplakt en daarmee was de boorkern dus voldoende veiliggesteld om mee naar Wageningen te nemen. Na deze eerste boring werd een andere plek op de boom uitgezocht voor boring nummer twee.
2e boring Tamme kastanje
De tweede boring werd deels door de WUR-specialist en deels door de vrijwilliger van de Bomenstichting gedaan omdat de vrijwilliger ook wel eens wilde ervaren hoe dat boren in zijn werk gaat. Tijdens het boren leek het alsof er langs de boor water uit de boom kwam. Het komt wel eens voor dat er een straaltje water uit de boom komt als er druk van binnenuit op staat. Uiteindelijk bleef het beperkt tot een paar druppels. Net zoals bij de eerste boring werd de boorkern met behulp van een extractor uit de boom gehaald en voorzichtig in een rietje gedaan. De boorkern bleek langer dan het rietje dus werd het rietje met een tweede rietje verlengd. Na deze veiligstelling werd de boor, die nog in de boom zat, verder in de boom geboord. De boorkern die daarmee werd verkregen bestond voor een deel uit rot hout en voor een deel uit gezond hout. De boorkern werd in het rietje veiliggesteld dat kort daarvoor was verlengd. Vervolgens werd er nog een derde boring op de zelfde plaats verricht; dus nog iets dieper de boom in. Ook die boorkern werd in een rietje veiliggesteld.
3e boring Tamme kastanje
Op identieke wijze als bij de eerste en tweede boring vond er op een andere plek van de boom een derde boring plaats. Ook bij deze derde boring werd er deels rot en deels gezond hout uit de Tamme kastanje geboord. De boringen zijn in een 12 minuten durend filmpje samengevat.
Boring Zomereik Cannerbos 20 maart 2023
Nadat de drie boringen in Amby achter de rug waren werd er naar Kanne gereden. Aan de westrand van het Cannerbos, staat langs een wandelpad een rij Zomereiken waarvan wordt gezegd dat die waarschijnlijk dateren uit de tijd dat er een “sterrrenbos” werd aangeplant. Bij de Bomenstichting staat die rij eiken geregistreerd onder boomnummer 1695625. Het voormalige sterrenbos lag in het huidige Cannerbos, nabij Kanne, binnen de gemeentegrenzen van Maastricht en is rond 1700 aangelegd; dus interessant om zo’n eik aan te boren en de leeftijd te vergelijken met die van de Tamme kastanje in Amby. De boring van de Zomereik verliep aanmerkelijk beter dan de boringen van de Tamme kastanje: geen rot hout en er hoefde maar één boring te worden verricht en geen drie. De boorkern werd veiliggesteld en daarna ging iedereen huiswaarts in afwachting van wat het onderzoek door de WUR-specialist zou opleveren.
Onderzoek Wageningen University & Research (WUR)
De boorkernen zijn vochtig en voordat ze verder in de universiteit onderzocht worden krijgen ze eerst de tijd om te drogen. Daarna worden de boorkernen over de hele lengte met houtlijm in een groef van een plankje geplakt. Met plakband wordt alles tijdelijk goed aangedrukt. De ene helft van de boorkern zit in de groef en de andere helft steekt er bovenuit. Vervolgens worden de boorkernen met schuurpapier geschuurd totdat er niets meer boven de groef uitsteekt. De jaarringen zijn daarna duidelijk zichtbaar. Ze worden onder een microscoop bekeken en handmatig geteld. Op 14 april 2023 liet de WUR-specialist weten dat hij die dag de jaarringen in de boorkernen van zowel de Zomereik als van de Tamme kastanje had geteld en deed verslag van zijn bevindingen.
Leeftijd Zomereik
Op 14 april 2023 liet de WUR-specialist weten wat zijn bevindingen waren met betrekking tot de Zomereik (Quercus robur) in het Cannerbos (Bomenstichting boomnummer 1695625): Quercus robur Cannerbos, 201 ringen op 52 cm lengte incl. floëem op 130 cm hoogte. De boorkern komt tot vlak naast het hart, naar schatting plus 3 missing rings tot hart. Hoeveel jaren zitten er nog tot 130 cm stamhoogte? Naar schatting 3 tot 5, als het een kwekerijboom was. De boom is, anno 2023, dan ongeveer 207 tot 209 jaar oud, dus mogelijk gekiemd in periode 1814 tot 1816. Floëem[1] is de levende bast, zonder de dode schors die is afgevallen tijdens de boring.
Leeftijd Tamme kastanje
Op 14 april 2023 liet de WUR-specialist ook weten wat zijn bevindingen waren met betrekking tot de Tamme kastanje (Bomenstichting boomnummer 1679950). Die bevindingen gaven niet zo’n duidelijke leeftijdsindicatie aan zoals bij de Zomereik, maar hielden in dat de mogelijke leeftijd alleen met behulp van extrapolatie kon worden vastgesteld. De extrapolatie heeft daarna door de Bomenstichting plaatsgevonden met als resultaat dat het kiemjaar van de boom 1800 +/- 20 jaar is. Dat wil zeggen dat de geschatte leeftijd van de boom, anno 2023, derhalve 203 – 243 jaar is. In hoofdstuk Extrapolatie is dat nader uitgelegd.
Welke van de twee?
Welke van deze twee is de oudste? De leeftijd van de Tamme kastanje is nagenoeg hetzelfde als die van de Zomereik, maar misschien is de Tamme kastanje ongeveer 35 jaar ouder.
Extrapolatie
Op 20 maart 2023 zijn door een medewerker van Wageningen University & Research 3 aanwasboringen verricht op de Tamme kastanje (Castanea sativa), Molenweg 1A, Maastricht (Amby). Door middel van extrapolatie van de getelde jaarringen in de boorkernen, in combinatie met andere gemeten gegevens van de boom, is een mogelijke leeftijd van de Tamme kastanje bepaald. De extrapolatie is gedaan door de Bomenstichting en staat hieronder weergegeven.
Gemeten gegevens
Omtrek van de boom (gemeten in 2021) = 604 cm.
Straal van de boom = 604 cm/2¶ = 96 cm.
Dikte van de schors, dood hout = 3 cm.
Straal van de stam (dood en levend hout tot en met floëem = 96 cm – 3 cm = 93 cm.
1e boring op 130 cm hoogte in de stam: de boorkern gaf geen bruikbare gegevens vanwege te veel rot hout in de boorkern.
2e boring op 130 cm hoogte in de stam: lengte boorkern = 43 cm, aantal getelde jaarringen = 120. De gemiddelde breedte van een jaarring = 43 cm : 120 = 3,58 mm.
3e boring op 130 cm hoogte in de stam: lengte boorkern = 46 cm, aantal getelde jaarringen = 124. De gemiddelde breedte van een jaarring = 46 cm : 124 = 3,70 mm.
Uit de boorkernen blijkt dat tussen 1933 en 1953 de boom de snelste groei had: jaarringen van 4 à 5 mm, gemiddeld 4,5 mm.
Er kon niet tot het hart van de boom worden geboord vanwege rotting.
Extrapolatie
Gemiddeld aantal jaarringen van 2 boringen = (120 + 124) : 2 = 122.
Gemiddelde lengte van boorkern = (43 cm + 46 cm) : 2 = 44,5 cm, afgerond 45 cm.
“Binnenste”, niet onderzochte, gedeelte van de boom = 93 cm – 45 cm = 48 cm, 480 mm.
De boom is in de jeugdfase (“binnenste” gedeelte van de boom) sneller gegroeid dan in het “buitenste” deel. De groei (= dikte jaarring) in de jeugdfase wordt aangenomen op 4,5 mm per jaar in plaats van 3,58 - 3,70 mm per jaar.
Aantal jaarringen “binnenste” gedeelte = 480 : 4,5 = 107.
Aantal jaarringen “binnenste” + “buitenste” gedeelte = 107 + 122 = 229.
Anno 2023 zou de start van de groei, het kiemjaar, dus in 1794 (2023 – 229) zijn geweest. Tot een stamhoogte van 1.30 meter zitten naar schatting 3 tot 5 jaarringen extra (zogenaamde hoogtegroei) als het een kwekerijboom betreft. Dat wil zeggen dat het kiemjaar tussen 1789 en 1791 ligt.
Bij de beoordeling van de boorkernen bleek dat de boom in de jeugdjaren mogelijk nog sneller is gegroeid, dus met nog bredere jaarringen, dan de hierboven aangenomen 4,5 mm per jaar.
Bij gemiddeld 5 mm per jaar: aantal jaarringen “binnenste” gedeelte = 480 : 5 = 96. Vermeerderd met 122 jaarringen van het “buitenste” gedeelte en 3-5 hoogtegroei-jaren geeft dat een leeftijd van 221 – 223 jaar, kiemjaar tussen 1800 en 1802.
Bij gemiddeld 6 mm per jaar: volgens een zelfde berekeningswijze geeft dat een kiemjaar tussen 1816 en 1818.
Samenvatting extrapolatie
Het kiemjaar van de boom zal liggen tussen circa 1780 en 1820.
Het jaar van aanplant zal ongeveer 5 jaar later dan het kiemjaar zijn omdat de boom wellicht op een kwekerij is opgekweekt en op een leeftijd van ongeveer 5 jaar zal zijn geplant.
Anders gezegd: kiemjaar is 1800 +/- 20 jaar, plantjaar is 1805 +/- 20 jaar, leeftijd is 223 +/- 20 jaar (anno 2023).
Tot slot
De boom is niet tot aan het hart van de boom aangeboord, doch slechts tot ongeveer halverwege. Met de verkregen informatie uit de boorkernen kan geen extrapolatie plaatsvinden die een 100 procent zekere informatie verstrekt aangezien er diverse aannames zijn gedaan, ook al zijn die op een brede ervaring gebaseerd.
Sterrenbos, aanwasboringen 30 juni 2023
De Zomereik die op 20-3-2023 is aangeboord is één van circa zeven Zomereiken die in een rij langs het wandelpad staan aan de westzijde van het Cannerbos. Meerdere bronnen vermelden dat die rij bomen mogelijk restanten zouden kunnen zijn van het “sterrenbos” dat rond 1700 in die omgeving werd aangelegd door Daniël Wolf baron van Dopff, kasteelheer van Château d’Agimont, het latere Château Neercanne.

Het sterrenbos kenmerkte zich door lanen en paden die, net zoals bij een ster, naar een middelpunt voerden en aan weerzijden van bomen waren voorzien. Deze duidelijke, strakke structuur van lanen en paden met aan weerszijden bomen is niet meer aanwezig. Het sterrenbos was gelegen in het huidige Cannerbos, aan de achterzijde van Château Neercanne.
In 2019 heeft Stichting in Arcadië een historisch onderzoek verricht en gerapporteerd[2] met betrekking tot Château Neercanne en haar directe omgeving. In het rapport zijn op een kaart[3] de vermoedelijke paden van het voormalige sterrenbos aangegeven. Uitgaande van die kaart kan geconcludeerd worden dat de op 20 maart 2023 aangeboorde Zomereik ongeveer 100 meter buiten de (vermoedelijke) westelijke kaderlijn van het sterrenbos staat en geen deel zal uitmaken van het vroegere sterrenbos. Dat verklaart wellicht dat de aangeboorde Zomereik met een leeftijd van 207-209 jaar, meer dan 100 jaar jonger is dan de bomen van het voormalige sterrenbos uit 1700. Die constatering was voor Het Limburgs Landschap voldoende aanleiding om na te gaan óf en zo ja waar in het Cannerbos nog bomen staan die, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, wél tot het voormalige sterrenbos behoren om ze vervolgens aan een aanwasboring te onderwerpen. Aan de hand van kaartmateriaal van Stichting in Arcadië en een overzicht van geïnventariseerde bomen in het Cannerbos van Groenwacht Nederland werd beredeneerd welke bomen wellicht uit circa 1700 zouden kunnen stammen. Het vermoedelijke middelpunt van het voormalige sterrenbos, waar voorheen een obelisk heeft gestaan, en de vermoedelijke locatie van een belvédère in de vorm van een koepel/ speelhuis[4] waren belangrijke uitgangspunten bij het maken van een keuze uit de vele oude bomen die er in de omgeving staan.
Op 30 juni 2023 werden in het Cannerbos met een aanwasboor uit vijf bomen boorkernen gehaald. Het betrof vier Zomereiken (nummers 92, 111, 123 en 129) en een Taxus (nummer 39)[5]. De boringen werden verricht door de specialist die op 20 maart 2023 ook de Tamme kastanje in Amby en de Zomereik aan de westrand van het Cannerbos onder zijn hoede had genomen.
Resultaten aanwasboringen 30 juni 2023
Op 6 juli 2023 informeerde de specialist Het Limburgs Landschap over zijn bevindingen. Van de 5 aangeboorde bomen kon een vrij duidelijke leeftijd (met een marge van enkele jaren) worden aangegeven, met uitzondering van Zomereik nr 111 aangezien die boom een rotte kern bleek te hebben. De leeftijd van die boom werd op verzoek van Het Limburgs Landschap door middel van extrapolatie vastgesteld en op 6 september 2023 kenbaar gemaakt. Uit het resultaat van die extrapolatie en de eerdere resultaten van 6 juli 2023 blijkt:
Taxus, nr 39, kiemjaar 1834-1839, leeftijd 184-189 jaar (anno 2023).
Zomereiken, nr 92, 123, 129, kiemjaar 1808-1821, leeftijd 202-215 jaar (anno 2023).
Zomereik, nr 111, kiemjaar 1808-1816, leeftijd 207-215 jaar (anno 2023).
Eindconclusie
Kiemjaar Tamme kastanje Molenweg Amby: 1780 - 1820 (203-243 jaar oud, anno 2023)
Kiemjaar Zomereik westrand Cannerbos: 1814-1816 (207-209 jaar oud, anno 2023)
Kiemjaar 4 Zomereiken sterrenbos: 1808-1821 (202-215 jaar oud, anno 2023)
Kiemjaar Taxus sterrenbos: 1834-1839 (184-189 jaar oud, anno 2023)
De Tamme kastanje aan de Molenweg uit Amby is
- ouder dan de aangeboorde Taxus uit het sterrenbos
- ongeveer even oud als de aangeboorde Zomereiken, of ongeveer 30 jaar ouder, of ergens daar tussenin.
Voor een mensenleven is 30 jaar behoorlijk veel; voor monumentale bomen is dat slechts een beetje.
De aangeboorde Zomereiken en Taxus in het voormalige sterrenbos dateren niet uit de periode dat het sterrenbos werd aangeplant (1700-1715) maar uit een periode van circa 100 jaar later. Het is niet onmogelijk dat de eerste bomen van het sterrenbos na 100 jaar zijn gekapt voor zaag- of brandhout en nadien door een tweede generatie bomen zijn vervangen.
Zie ook
Tamme kastanje Molenweg - deel 1
Bronnen, noten en/of referenties
Extrapolatie van de Tamme kastanje en overige vermelde bomen is verricht door Jeroen Philippona, Coördinator Landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting. De tekst van hoofdstuk Extrapolatie is niet door de Bomenstichting samengesteld maar door Chris van den Ende. Betreffende tekst is door Jeroen Philippona namens de Bomenstichting akkoord bevonden.
[1] Direct onder de dode schors die is afgevallen tijdens de boring bevindt zich de bast. Het buitenste deel van de bast, tegen de schors, is dood en het binnenste deel van de bast is levend. Dat gedeelte levende bast heet floëem. |