Zuster Maria Majella - Lisette Soons
In de periode 1840-1960, de tijd van het Rijke Roomse Leven, besluiten tienduizenden katholieke vrouwen en mannen om in te treden in een van de ruim tweehonderd in Nederland gevestigde orden en congregaties.
Onze dorpsgenoot Lisette Soons, de hoofdpersoon in dit verhaal, gedurende haar kloosterleven genaamd Zuster Maria Majella, deed dit eveneens. Ze stak in 1935 de grens met België over om in Maaseik aan haar religieuze leven invulling te geven. Middels het overdrachtelijk verhaal en ondersteunende documentatie neemt één van haar vele nichten, Marlène Damoiseaux, ons mee in het kloosterleven van haar tante, onze Ambysche Zuster Maria Majella.
Wie is Lisette?
Lisette Soons werd geboren op 22 januari 1916 te Rothem (gemeente Meerssen). Het gezin Soons verhuisde met de toen tweejarige Lisette naar Amby en vestigde zich aan de toenmalige Dorpsstraat (Ambyerstraat Noord ). Het grote gezin bestond behalve uit vader en moeder, Pierre Soons (Pieter Leonardus Jacobus) en Lena Lonis of Lonussen ( Maria Magdalena Josephina), uit elf kinderen. Helaas zijn drie jongere broertjes op zeer jonge leeftijd overleden. Lisette was het vierde kind. Vader Pierre Soons was de zoon van Franciscus Leonardus Soons, de oprichter van Rolluiken en zonwering Soons. Pierre en zijn broer Henri werkten bij vader in de zaak. In februari 1932 stierf vader Soons. Dit leidde ertoe dat de zaak Soons Timmer- en Rolluiken gesplitst werd. Henri ging verder met de rolluiken en Pierre met timmerfabriek, met name gespecialiseerd in meubelen. Pierre kreeg de opdracht van het college van B en W van Amby om de ontwerptekening voor het oude gemeentehuis te maken. Hij bouwde in 1918 het huis Ambyerstraat Noord 138, waar hij met zijn gezin bleef wonen tot aan zijn overlijden in 1945.
Bron van onderzoek
Tijdens het napluizen en onderzoeken van de levenswandel van Lisette (Majella) kwam de redactie tot de onthutsende ervaring, dat de exacte woonplaats van Lisette tussen haar 10e en 16e jaar niet meer te traceren is. Was dit Tilburg, Maaseik, Valmeer, Maastricht of toch Amby? Waar en wanneer had Lisette het onderwijs gevolgd? Ook de informatie aangeleverd door familie leidde niet tot bevredigend antwoord. Vervolgens heeft de redactie van Amiepedia bij de Burgerlijke Stand in zowel Tilburg als Valmeer (België) geïnformeerd en er werd ook niets in het bestand van onze toenmalige gemeente Amby teruggevonden, in welke gemeente Lisette tijdens die jaren stond ingeschreven. Alleszins reden voor de redactie om in de archieven te duiken van de Congregatie Zusters van Liefde. Maar vooralsnog blijft een duidelijk antwoord uit. Voor de redactie een reden te meer om zich dit onderwerp tot onderzoeksdoel te stellen. Zodra meer info geverifieerd is zal dit aan dit artikel toegevoegd worden. Desondanks is de inhoud van het interview met Marlène en de ondersteunende documentatie vooralsnog leidend in dit artikel.
Jeugdjaren
Evenals heel veel dorpsgenootjes volgde kleine Lisette het lager onderwijs in Amby. De laatste schooljaren deed ze dat in Tilburg. Als tienjarig meisje vertrok ze namelijk alleen naar Tilburg. Na het Lager Onderwijs keerde Lisette terug naar Amby en volgde zij de Mulo in Maastricht. Ze ging er doorgaans met haar zus Fien naar toe, vaak lopend heen en weer. Marlène vertelt dat uit jubileumliedjes ter ere van één van haar jubilea achterhaald is, dat zij ook regelmatig liftend in een vrachtwagen terugkwamen uit de stad. Daarna moest ze, zoals toentertijd gebruikelijk was, thuisblijven om mee te zorgen voor het groeiende gezin. Het huishouden lag haar echter totaal niet. Lisette besteedde liever haar tijd aan lezen of studeren. Haar ouders waren uitermate vroom en diepgelovig. Het was een grote eer om een kind te hebben dat haar leven in dienst van God had gesteld. Blijkbaar was dit een van de redenen, maar ook omdat het grote gezin vele mondjes had om te voeden, dat ze als 16-jarige werd ingeschreven als leerling van een kostschool in Tilburg. Als 18-jarige ging ze in Maaseik naar het instituut voor blinde en doofstomme kinderen. Hier werd de kiem gelegd voor het latere kloosterleven. De school werd bestuurd door nonnen van de Zusters van Liefde. Een bijkomstige reden kon zijn, dat niet zo héél lang geleden (tot zeker in de eerste helft van de 20ste eeuw) het vaak voorkwam dat van min of meer gegoede families een van de kinderen ten dienste werd gesteld van de Rooms Katholieke Kerk.
Twijfel of roeping
Het moederhuis van de congregatie van de Zusters van Liefde ligt in Tilburg. Het lag voor de hand dat de jonge Lisette als postulant naar Tilburg ging. Een postulant bereidt zich al op zeer jonge leeftijd in één á twee jaar voor op het religieuze leven zonder nog aan de orde verbonden te zijn. Een zoektocht als het ware. Marlène: “Later zal zij zelf vertellen dat haar die keus zwaar viel en toen ze tijdelijk terug was bij haar ouders, was ze dan ook blij dat ze aan het eind van die zware periode nog even mocht proeven van het burgerleven”. Die zeer moeilijke keus om haar noviciaat aan te gaan beschouwde ze als roeping. Ze begon aan haar opdracht en studie om in 1932 de kloostergelofte af te leggen en afstand te doen van alles wat ze bezat. Lisette ontving als kloosternaam: Zuster Maria Majella.
Jonge kinderen bestemd voor het kloosterleven
Gedurende het redigeren van dit artikel werd de redactie geconfronteerd met een drietal ervaringen, dan wel een citaat uit een boek. Twijfel, angst of gelatenheid speelden nadrukkelijk in vroeger jaren.
1.Via een van de vele volgers van Amiepedia (naam bij de redactie bekend) vernamen we dat ook hij, ongeveer 60 jaar geleden en op zeer jeugdige leeftijd - mogelijk pas 8 à 9 jaar - als lagere schoolkind tijdens de zomervakantie van zijn ouders plotseling thuis te horen kreeg, dat hij ’s-anderendaags mocht - of waarschijnlijk moest - deelnemen aan enkele georganiseerde vakantiedagen in Huize St. Joseph in Cadier en Keer. Dit waren zogenaamde TOM-dagen. Reden: dat zou ‘beter’ voor hem zijn. Op de achtergrond speelde waarschijnlijk de invloed van een heeroom, die destijds in de missie verbleef, een duidelijke rol. Weerstand had geen zin. En zo reed onze N.N. de volgende ochtend met een vreemde man in een vreemde auto naar Huize St. Joseph. “Aangezien ik perse niet wilde, want ik wilde thuis zijn in mijn bekende omgeving, tussen de dieren en op het veld helpen, was mijn verblijf daar van zeer korte duur. De eerste dag werd gevuld met een afwisseling van bidden, spelen, eten, bidden, spelen etc. Gelukkig ging ik aan het eind van de dag weer naar huis. Het kamp duurde enkele dagen. Vrijdags zou de afsluiting zijn, maar op de tweede dag had ik een plan. Ergens vroeg in de ochtend lag ik op de uitkijk… en toen kwam het moment. Als een hazewind kneep ik er tussen uit. Weg, weg van St. Joep. En de volgende dag zat ik weer thuis bij pap en mam, midden in ons gezin. Ik mocht weer mee het veld in, oogsten, thuis helpen, werken. Wat was ik blij. Nooit meer wilde ik dat meemaken.”
2. Een andere bekende van de redactie vertelde ons dat het hem bekend was ook zijn tante, als kind van zeer jonge leeftijd, het ouderlijk huis tegen haar zin heeft moeten verlaten om enkele jaren later ‘eeuwige trouw’ te beloven aan de Here Jezus. Ook voor haar een tijd vol twijfel en ontzettend veel ‘heimwee’.
3. Uit het boek van Kees Hermans “Op kostschool bij de paters in Helmond” het volgende citaat : “In 1964 en in 1965 zat ik op kostschool in Helmond, bij de Priesters van het H. Hart van Jezus. Ik volgde een opleiding aan hun Kleinseminarie, een gymnasium voor jongens die priester willen worden. Ik was de oudste jongen in het gezin van zes kinderen en het besluit werd genomen om mij klaar te stomen voor een leven als missionaris. Dit was een bewuste zet. Want een broer van mijn moeder was toen broeder in dezelfde congregatie in het broedershuis dat naast het Kleinseminarie lag. En, zo was de gedachte van mijn ouders toen, ik zou zijn opvolger kunnen (moeten) worden". ”Ontsnappen". "Ik weet nog goed dat ik na een korte tijd in Helmond flinke heimwee had. Ik kreeg niet lang na mijn aankomst op het Kleinseminarie griep. Ik belandde op de ziekenboeg en lag daar alleen. Slechts af en toe kwam de ziekenbroeder langs met ranja en eten. Dan ga je toch denken… Wat doe ik hier? Ik wilde heel graag weer naar huis. Niet lang daarna volgde dan ook een beslissing: Ik peer ‘m.”
Deze ervaringen sluiten aan bij de ervaringen die Lisette heeft gehad, gezien haar heimwee in die eerste jaren als jonge meid in het klooster. Daarbij komt dat de congregatie Zusters der Liefde zeker in de jaren voor de oorlog bekend stond als ‘traditioneel’. Hier was meer aandacht voor de positie in de groep dan voor de ontwikkeling van het individu. Tucht en discipline stond er hoog in het vaandel. In de huidige tijdsgeest niet meer voor te stellen, maar daardoor was dit klooster hoog aangeschreven bij de diepgelovige, conservatieve katholieken. Wellicht heeft dit imago meegespeeld bij de ouders van Lisette om een keuze te maken voor een kloosterorde zo ver van huis.
België
Vanuit het moederklooster in Tilburg werd bepaald waar je nodig was en voor Lisette was dat opnieuw in Maaseik. Ze gaf daar les aan doofstomme- en blinde jonge kinderen. Ze voelde zich hier erg op haar plek en wel zodanig dat Lisette in 1935 de Belgische nationaliteit aanvroeg en deze daadwerkelijk ook kreeg. De oorlogsjaren braken aan. Familiebezoeken waren al erg beperkt en werden nu nog moeilijker, zo niet onmogelijk. Lisette wist welke noden de oorlog tot gevolg had. Maar met de ‘hulp van Gods Genade’ werd er onder het habijt boter en suiker gestopt en de Belgische grens overgesmokkeld..
Marlène: “Op persoonlijk vlak is een van haar verdrietigste herinneringen het feit dat ze slechts één maal haar doodzieke vader mocht bezoeken. Het werd een afscheidsbezoek, want zijn begrafenis mocht ze niet bijwonen.” Deze bezoekregeling bleef nog tot in de jaren ‘60 beperkt tot één keer per jaar een familiebezoek. Marlène: “Ik herinner mij dat ik in de 4e/5e klas vrij vroeg aan juffrouw Willems van de meisjesschool in de Kloosterstraat (Longinastraat), omdat mijn tante - wij noemden haar liefkozend Tante Zjella - een dag op bezoek kwam en dat deze maar eens in de zeven jaar op bezoek mocht komen. Ik realiseerde mij niet dat ze elk jaar een ander broer of zus in hun gezin bezocht.” Tijdens die bezoekmomenten kwam de hele familie bij elkaar om (schoon-)zus en tante welkom te heten en haar kortstondig verblijf bij de familie te vieren. Voor alle nichtjes en neven werd een kleinigheid als cadeautje uit België meegebracht. “Ik kreeg een pop in de kloosterkleren van de orde van mijn tante. Het hoofd van de pop zat na verloop van tijd vol gaatjes omdat ik de kap dagelijks opnieuw vast moest prikken. En mijn jongere broertje kreeg een leren paardje dat, volgens mij, nog steeds een warm plekje in de familie heeft”.
Carrière
Inmiddels werd ze ‘geroepen’ in de jaren ‘50 voor een volgende opdracht en werd ze “Zuster portier” in een mooie kloosterboerderij te Valmeer (België). Hier werd in het bijzijn van de hele familie haar 25-jarig kloosterjubileum gevierd. Een geweldig feest voor Lisette, maar ook voor haar hele familie. Marlène: “Als jong kind mocht ik als uitverkoren nichtje wel eens mee naar binnen in het slot. Spannend, omdat dit normaal niet openbaar was. De refter en slaapzalen met chambrettes waren uiterst sober ingericht. Een speciale herinnering was die aan een kamer met zelfgemaakt of gekregen speelgoed. Speelgoed ook van posten uit de missie waar ook ordes gevestigd waren van de Zusters van Liefde, bv. uit Indonesië en Brazilië.” Na standplaats Valmeer volgde Borgloon (België). Hier werd ze benoemd tot Moeder Overste. Het was voor het eerst dat een Belgische zuster (ze had immers de Belgische nationaliteit) Moeder Overste werd. Tot die tijd waren dit zusters uit Tilburg geweest, want Belgische nonnen kwamen niet in aanmerking voor een hoge functie. Door Majella Moeder Overste te maken werd een brug geslagen tussen België en Nederland. Een zware en verantwoordelijke taak. In deze jaren ontstond de discussie om burgerkleding te mogen dragen. De jongere generatie ging ertoe over, maar zoals het vaker voorkomt was er ook veel verzet van de oudere generatie. Het duurde nog even voordat Maria Majella zelf zover was dat ze ging “winkelen”.
Zonhoven – Borgloon – Heppeneert
Gedurende deze periode was er ook voldoende tijd om te reizen: bezinningsreizen. Lourdes en Rome werden vaker bezocht. Zo kon ze later haar zussen begeleiden en “gidsen” toen die op latere leeftijd ook wilden proeven van buitenlandse vakanties. Haar 50-jarig jubileum mocht ze vieren in het klooster van Zonhoven, bij Hasselt. Inmiddels gaf ze hier weer leiding aan de jonge novicen. Haar hart bleek te liggen bij het leiding geven. Ze vond het heel erg dat ze opnieuw naar Borgloon geroepen werd. "Maar als dit voor je beslist wordt, dan weiger je niet". En zo vierde ze haar 60-jarig jubileum in het statige klooster in het stadje van de graven van Loon. Hoewel niet van harte aanvaardde ze ook de opdracht toen ze in het kleine bedevaartsplaatsje Heppeneert nodig bleek te zijn. Ze vulde haar dagen naast religieuze invulling met de kaarsenverkoop in de kleine kapel en bijbehorende winkel.
Pensioen
Lisette heeft haar interesse in wereldse zaken nooit onder stoelen of banken gestoken. Zij stelde zich niet alleen voortdurend op de hoogte van hetgene er in haar omgeving in België gebeurde, maar ook van het lief en leed in de wereld. Lisette was goed op de hoogte van de internationale ontwikkelingen, van politiek, van oorlog en geweld, van verworven vrijheden, feminisme en ontwikkelingen met betrekking tot diverse wijzen van seksuele geaardheid. De invloed van tv en andere media ging ook aan de kloosterlingen niet voorbij. Inmiddels had Lisette de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en werd haar wens beloond om in een particulier huis te gaan wonen met drie medezusters, die o.a. in het onderwijs en wijkverpleging werkzaam waren geweest. De banden met de kloosterorde werden niet verbroken, maar op deze manier was er wel ruimte voor een meer progressieve leefstijl. Het huis stond open voor iedereen die er zijn/haar verhaal kwijt wilde of kortdurende opvang zocht. Ze genoot van de vrijheden die haar gegund werden. In die periode kwam ze ook veel vaker enkele dagen op familiebezoek, soms zelfs in gezelschap van een medezuster.
Interesse in Amby
Opvallend is, dat Lisette gedurende haar gehele kloosterleven een blijvende interesse heeft getoond voor het leven in en rond Amby, de plek waar ze haar jeugd heeft gesleten. Tijdens haar bezoeken aan haar familie waren er altijd vragen over het dorp Amby, van vroeger tot en met haar laatste bezoek.
Maria Majella, overleden in 2002
De jaren begonnen ook voor haar te tellen en zo verhuisde Lisette terug naar het kloostercomplex in Zonhoven, waar ze ook zo graag woonde. Bij gebrek aan nieuwe aanwas was dit klooster inmiddels overgegaan naar een openbaar bestuur en getransformeerd tot een verzorgings-/verpleeghuis. Voorwaarde was echter, zo hadden de ‘Zusters van Liefde’ gesteld, dat één vleugel beschikbaar bleef voor alle (Belgische) kloosterlingen van de orde. In dit klooster overleed ze op 6 maart 2002 en werd ze op het Kerkhof aldaar begraven.
Moderne non en een kartonnen doos
Marlène: “Na het overlijden mocht ik van de toenmalige overste haar persoonlijke bezittingen in ontvangst nemen, te weten een kartonnen doos gevuld met een aantal fotoalbums die getuigden van haar leven en daarnaast menig gekoesterd verjaardags- of Sinterklaascadeautje dat zij in de loop van de jaren gekregen had.” Maar bovenal blijft de herinnering leven aan een liefdevolle tante, die zeer positief in het leven heeft gestaan. Centraal in haar leven stond de ondersteuning aan hen die daar gebruik van wilden of konden maken. Onderwijs en leiding geven hadden daarin een speciale plek.
Lisette was voor haar tijd een moderne non, die daar voor zover dat gepermitteerd was, midden in het leven stond. De inhoud van de kartonnen doos en de herinneringen die in familieverband leefden, hebben tot dit artikel geleid.
Trivia
- Het timmerbedrijf van haar vader Pie of Pierre Soons: Pierre Soons Timmerwerken
- Rolluiken en zonwering Soons opgericht door haar grootvader en overgenomen door haar vader en oom.
Andere geestelijken uit Amby:
Bronnen, noten en/of referenties
|